Het complot van de stilte

Puisqu'on en revient aux B, il y a une question qu'il faudrait se poser : pourquoi écoutaient-ils leurs collègues ?
Pour leur intérêt ?
Pour le compte d'autrui ?

Hilde Geens ontmaskert De Bende van Nijvel: ‘Het was de schuld van rijkswachters die marionetten waren in de handen van de onderwereld’

‘‘Dit kan toch niet echt gebeurd zijn?’ vroeg mijn uitgever mij toen het boek af was. Dat heb ik tijdens het schrijven ook een paar keer gedacht. Tegelijk was het alsof het licht plots aanfloepte: aha, zo zat het dus.’ Voormalig Humo-journalist Hilde Geens (76) geeft in een nieuw boek een onthullende en onthutsende kijk op een stuk Belgische misdaadgeschiedenis dat tot vandaag onopgehelderd bleef: via de zaak-François, met de rijkswacht die in de jaren 70 zelf drugs begon te dealen, ontrafelt ze de Bende van Nijvel. ‘De schandalen binnen de rijkswacht hebben de rechtsstaat verziekt. Dat was de lont aan de Bende van Nijvel.’

(traduction)

Hilde Geens démasque les tueurs du Brabant : "C'était la faute des gendarmes qui étaient des marionnettes entre les mains de la pègre"

« Cela ne peut pas vraiment être arrivé, n'est-ce pas ? » m'a demandé mon éditeur lorsque le livre a été terminé. J'y ai pensé plusieurs fois en écrivant. En même temps, c'était comme si la lumière s'était soudainement allumée : aha, c'était comme ça. » Dans un nouveau livre, l'ancienne journaliste de Humo Hilde Geens (76 ans) jette un regard révélateur et déconcertant sur un pan de l'histoire criminelle belge qui est resté inexpliqué jusqu'à aujourd'hui : via l'affaire François, avec la gendarmerie qui s'est mise à dealer elle-même dans les années 1970, elle démêle les tueries du Brabant. "Les scandales au sein de la gendarmerie ont ruiné l'État de droit. C'était la mèche des tueries du Brabant".

https://www.humo.be/nieuws/hilde-geens-ontmaskert-de-bende-van-nijvel-het-was-de-schuld-van-rijkswachters-die-marionetten-waren-in-de-handen-van-de-onderwereld~bb49fd9a/

ANNEMIE BULTE

DINSDAG 22 FEBRUARI 2022

Jarenlang was Humo-journaliste Hilde Geens, samen met onze inmiddels overleden collega Raf Sauviller, een baken in de berichtgeving over het grootste misdaadmysterie uit de Belgische geschiedenis: de Bende van Nijvel. In Humo schreven ze onthullende onderzoeksartikelen over de bloedige overvallen in de jaren 80 die aan 28 mensen het leven hebben gekost en voor een angstpsychose in het land zorgden. Geens schreef ook het boek ‘Beetgenomen (zestien manieren om de Bende van Nijvel niet te vinden)’. In haar nieuwe boek ‘Het complot van de stilte’ knoopt ze alle draden van de mislukte misdaadonderzoeken uit de jaren 70 en 80 samen en komt ze tot een conclusie die bij de huidige Bende-speurders als een schop in een mierennest zal aankomen.

(traduction)

Pendant des années, la journaliste de Humo Hilde Geens a été, avec notre défunt collègue Raf Sauviller, un phare dans le reportage sur le plus grand mystère criminel de l'histoire de la Belgique : les tueries du Brabant. À Humo, ils ont écrit des articles d'investigation révélateurs sur les braquages sanglants des années 80 qui ont coûté la vie à 28 personnes et provoqué une psychose de la peur dans le pays. Geens a également écrit le livre "Beetgenomen (seize façons de ne pas retrouver les tueurs du Brabant". Dans son nouveau livre intitulé "Het complot van de stilte" (La conspiration du silence), elle noue tous les fils des enquêtes criminelles ratées des années 70 et 80 et parvient à une conclusion qui frappera les enquêteurs d'aujourd'hui comme un coup de pied dans la fourmilière.

HUMO Je bent intussen 76 jaar, Hilde. De Bende laat je duidelijk niet los.

HILDE GEENS «Eigenlijk wilde ik geen boek over de Bende schrijven, maar over de zaak-François, het grote drugsschandaal bij de rijkswacht in de jaren 70. Ik was gefascineerd door wat zich vóór de jaren 80, toen ik zelf over misdaad begon te schrijven, in de coulissen van de Belgische onderwereld had afgespeeld.

»Ik kreeg toestemming om het strafdossier van de zaak-François in te kijken, maar het bleek onvindbaar. Na zes maanden vruchteloos zoeken naar de archiefdozen liet Marianne Cappelle, de federale magistraat die voor het Bende-onderzoek bevoegd is, me weten dat ze het dossier-François ‘ter info’ had toegevoegd aan dat van de Bende van Nijvel, en dat ik in 2025 maar eens moest terugkomen. Ze is optimistisch, dan word ik 80! (lacht) Ze wilde mij natuurlijk niet zeggen waarom ze dat had gedaan, want het Bende-onderzoek loopt nog. En dus ging ik zelf op zoek. Toen werd het me duidelijk dat je de Bende van Nijvel niet los kunt zien van wat er zich in de jaren voordien bij de rijkswacht heeft afgespeeld.»

(traduction)

HUMO Tu as 76 ans maintenant, Hilde. Les tueries du Brabant ne t'ont clairement pas laissée partir

HILDE GEENS "En fait, je ne voulais pas écrire un livre sur les tueries du Brabant, mais sur l'affaire François, le grand scandale de la drogue dans la gendarmerie dans les années 1970. J'étais fascinée par ce qui s'était passé dans les coulisses de la pègre belge avant les années 1980, lorsque j'ai commencé à écrire sur le crime.

"J'ai obtenu la permission de consulter le dossier pénal de l'affaire François, mais il s'est avéré qu'il était introuvable. Après six mois de recherches infructueuses dans les boîtes d'archives, Marianne Cappelle, la magistrate fédérale en charge de l'enquête sur les tueries, m'informe qu'elle a ajouté le dossier François à celui des tueurs du Brabant "pour information", et que je dois revenir en 2025. Elle est optimiste, j'aurai 80 ans à ce moment-là ! (rires) Bien sûr, elle n'a pas voulu me dire pourquoi elle avait fait cela, car l'enquête sur les tueries est toujours en cours. Je suis donc allée voir par moi-même. Il m'est alors apparu clairement que l'on ne peut pas considérer les tueries du Brabant séparément de ce qui s'est passé à la gendarmerie les années précédentes.

HUMO Wie je boek leest, twijfelt niet meer: het onderzoek naar de Bende van Nijvel is moedwillig in de war geschopt, én het was de schuld van de rijkswacht.

GEENS «Ja, en voor mij was dat eerlijk gezegd óók verhelderend om te ontdekken. In mijn vorige boek liet ik nog ruimte voor twijfel: dat het Bende-mysterie niet opgelost raakt, kon misschien te wijten zijn aan een opeenstapeling van toevalligheden en slordigheden. Nu twijfel ik niet meer: het is met opzet onklaar gemaakt.

»De Bende-moorden zijn een erfenis van de schandalen die zich in de jaren 70 binnen de rijkswacht afspeelden. Dat is begonnen met de zaak-François: de band van speurders met drugscriminelen werd zo innig dat ze vervelden tot marionetten in de handen van de onderwereld. Rijkswachters begonnen zelf op grote schaal drugs te smokkelen en schopten het onderzoek naar moordaanslagen op hun eigen collega’s met opzet in de war – en dat onder het toeziende oog van de rijkswachttop en de bevoegde ministers.

»Later zie je dat dezelfde figuren die een rol speelden in de zaak-François terugkeren in de Bende van Nijvel – zowel aan de kant van de verdachten als die van de speurders. De grens tussen die rechercheurs en de gangsters was toen al zo vervaagd, dat elk onderzoek onmogelijk werd gemaakt. Het was hallucinant om te zien hoe zelfs speurders die niet eens in het Bende-onderzoek zaten, er aan de zijlijn in slaagden om pv’s te vervalsen, bewijsstukken deden verdwijnen en informatie achterhielden, en het onderzoek zo in een doodlopende straat stuurden.»

(traduction)

HUMO Celui qui lit votre livre n'a plus de doutes : l'enquête sur les tuurs du Brabant a été délibérément embrouillée, et c'est la faute de la gendarmerie.

Oui, et pour être honnête, c'était aussi très instructif pour moi de le découvrir. Dans mon précédent livre, je laissais encore planer le doute : que le mystère des tueries ne pouvait être résolu était peut-être dû à une accumulation de coïncidences et de négligences. Maintenant, je n'ai plus de doutes : il a été délibérément flouté.

"Les tueries du Brabant sont un héritage des scandales qui ont eu lieu dans les années 1970 au sein de la gendarmerie. Cela a commencé avec l'affaire François : les liens entre les détectives et les trafiquants de drogue sont devenus si étroits qu'ils sont devenus des marionnettes aux mains de la pègre. Les gendarmes eux-mêmes ont commencé à faire de la contrebande de drogue à grande échelle et ont délibérément perturbé l'enquête sur les meurtres de leurs propres collègues - tout cela sous l'œil attentif des chefs de la gendarmerie et des ministres compétents.

"Par la suite, on constate que les mêmes personnages qui ont joué un rôle dans l'affaire François reviennent dans les tueries du Brabant - tant du côté des suspects que des détectives. La frontière entre ces détectives et les gangsters était alors si floue que toute enquête était rendue impossible. C'était hallucinant de voir comment même des détectives qui ne participaient pas à l'enquête sur les tueries parvenaient à falsifier des rapports en marge de l'enquête, à faire disparaître des preuves et à dissimuler des informations, envoyant l'enquête dans une impasse."

(traduction)

Albert "Bruno" Farcy, l'un des plus importants barons de la drogue en Europe occidentale dans les années 1970, bénéficiait de la protection de la DEA américaine et de la gendarmerie belge. Aujourd'hui, il a 76 ans et est toujours actif.

Toilettenfiasco

HUMO Eigenlijk is alles begonnen toen de Amerikaanse antidrugsbrigade DEA, de Drug Enforcement Administration, zich begin jaren 70 begon te moeien met het Belgische drugsbestrijdingsbeleid.

GEENS (knikt) «De Verenigde Staten zaten op dat ogenblik met een groot drugsprobleem. Duizenden Amerikaanse militairen in Vietnam waren in de opiumkitten van Saigon aan heroïne verslaafd geraakt. Toen ze naar huis terugkeerden, voegden ze zich bij het leger van zeshonderdduizend junks die er in 1971 al waren in Amerika. In Vietnam stortte de lokale markt in elkaar en de Aziatische drugsbonzen volgden de militairen naar de VS. Ze legden een heroïnepijplijn aan naar New York via Marseille en Brussel, de beruchte French Connection.

»De Amerikanen wilden de heroïnebendes opruimen door te infiltreren, en ze wilden dat hun Europese bondgenoten hen daarbij hielpen. En dus streek de DEA ook neer bij de Belgische rijkswacht, om hen ervan te overtuigen dat ons land op een grote drugsepidemie afstevende. Harddrugs waren in onze contreien nog geen probleem, het beperkte zich grotendeels tot marihuana bij de hippies en er was nauwelijks overlast. Maar de Amerikanen overtuigden de opsporingsdiensten dat Belgische jongeren massaal verslaafd raakten. Daar móésten we iets aan doen, en wel op hun manier: met verregaande onderzoeksmethodes zoals infiltratie in drugskartels en pseudoaankopen.»

(traduction)

Fiasco des toilettes

HUMO En fait, tout a commencé lorsque la brigade anti-drogue américaine DEA, la Drug Enforcement Administration, a commencé à interférer avec la politique anti-drogue belge au début des années 1970.

GEENS (hoche la tête) "Les États-Unis avaient un gros problème de drogue à l'époque. Des milliers de soldats américains au Vietnam étaient devenus dépendants de l'héroïne dans la cagnotte d'opium de Saigon. Lorsqu'ils sont rentrés chez eux, ils ont rejoint l'armée de six cent mille junkies qui se trouvaient en Amérique depuis 1971. Au Vietnam, le marché local s'est effondré et les patrons de la drogue asiatique ont suivi les soldats aux États-Unis. Ils ont installé un pipeline d'héroïne vers New York via Marseille et Bruxelles, la tristement célèbre French Connection.

"Les Américains voulaient nettoyer les gangs d'héroïne en s'infiltrant, et ils voulaient que leurs alliés européens les aident. C'est ainsi que la DEA est également descendue dans la gendarmerie belge pour la convaincre que notre pays se dirigeait vers une importante épidémie de drogue. Les drogues dures n'étaient pas encore un problème dans notre région, elles se limitaient essentiellement à la marijuana chez les hippies et il n'y avait pratiquement aucune nuisance. Mais les Américains ont convaincu les services d'enquête que les jeunes Belges devenaient dépendants en grand nombre. Nous devions faire quelque chose, et le faire à leur manière : avec des méthodes de recherche poussées, comme l'infiltration des cartels de la drogue et les pseudo-achats.

HUMO En de Belgen hapten toe.

GEENS «Ja, er werden twee nieuwe opsporingsdiensten opgericht binnen de rijkswacht en het ministerie van Justitie. Eerst was er het Bureau voor Criminele Informatie (BIC), een soort inlichtingendienst zoals de Staatsveiligheid, die informatie over misdaadorganisaties moest verzamelen. In 1974 volgde het performantere Nationaal Drugsbureau (NDB), waarvan de speurders ook arrestaties mochten verrichten. Commandant Léon François, die aan het hoofd van die rijkswachtnarcoticadienst kwam, was een fervente aanhanger van de Amerikaanse onderzoeksmethodes. Hij was de keuze van de toenmalige minister van Landsverdediging, Paul Vanden Boeynants, die graag baas van de NAVO wilde worden en de Amerikanen tevreden wilde stellen. François begon onmiddellijk te experimenteren met undercoveroperaties, uitlokking en pseudoaankopen, zonder dat daar in ons land een wettelijk kader voor was. Het devies was: denk niet als speurders, denk als gangsters. Het hele project werd buiten het parlement gehouden en er was geen enkele controle. Dan weet je dat zo’n organisatie voorbestemd is om in de criminaliteit terecht te komen.»

(traduction)

HUMO Et les Belges ont sauté sur l'occasion

"Oui, deux nouveaux services d'enquête ont été mis en place au sein de la gendarmerie et du ministère de la Justice. Il y avait d'abord le Bureau d'information criminelle (BIC), une sorte de service de renseignement comme la Sûreté de l'État, qui devait collecter des informations sur les organisations criminelles. Elle a été suivie en 1974 par le Bureau National des Drogues (BND), plus efficace, dont les enquêteurs étaient également autorisés à procéder à des arrestations. Le commandant Léon François, qui dirigeait cette unité "stupéfiants" de la gendarmerie, était un fervent partisan des méthodes d'investigation américaines. Il était le choix du ministre de la défense nationale de l'époque, Paul Vanden Boeynants, qui voulait devenir le patron de l'OTAN et satisfaire les Américains. François a immédiatement commencé à expérimenter des opérations d'infiltration, des incitations et des pseudo-achats, sans qu'il y ait de cadre légal pour cela dans notre pays. La devise était : ne pensez pas comme des détectives, pensez comme des gangsters. L'ensemble du projet est resté en dehors du Parlement et il n'y a eu aucun contrôle. Alors vous savez qu'une telle organisation est destinée à finir dans le crime."

HUMO Commandant François behaalt eerst wel enkele successen: zo slaagt hij er met de hulp van de DEA in om de French Connection op te rollen.

GEENS «Dat was eigenlijk vooral te danken aan de hulp van een zeer geslepen gangster, Albert ‘Bruno’ Farcy. Hij was één van de kopstukken van de French Connection die begin jaren 70 in Brussel zaten, en een rijzende ster in de heroïnewereld. Hij was tipgever van commandant François én van het BIC, en werkte via tussenpersonen ook voor de DEA. Hij heeft een aantal vallen opgezet en er zo voor gezorgd dat de Amerikanen de French Connection konden oprollen. Tegelijk zette hij zijn eigen business ongestoord voort. Nadien deed hij hetzelfde met de Chinese triades, die na de French Connection voet aan wal zetten bij ons.

»Zo maakte Farcy zich onmisbaar als informant en bouwde hij tegelijk een drugsmonopolie uit, pal onder de neus van de politie. Door zijn combines met de speurders kreeg hij informatie over zijn concurrenten én over de mensen in het politieapparaat en hun zwakke plekken. Farcy at heel slim van twee walletjes en had een grote impact op de jonge Belgische narcoticateams. Hij is er waarschijnlijk ongelofelijk rijk van geworden.»

(traduction)

HUMO Le commandant François connaît quelques succès au début : avec l'aide de la DEA, il parvient à démanteler la French Connection.

GEENS "C'était en fait principalement grâce à l'aide d'un gangster très rusé, Albert 'Bruno' Farcy. Il était l'un des chefs de la French Connection qui était à Bruxelles au début des années 70, et une étoile montante dans le monde de l'héroïne. Il était un informateur du commandant François et du BIC, et travaillait également pour la DEA par le biais d'intermédiaires. Il a mis en place un certain nombre de pièges et a fait en sorte que les Américains puissent remonter la French Connection. En même temps, il a continué ses propres affaires sans être dérangé. Par la suite, il a fait de même avec les triades chinoises, qui ont mis le pied dans notre pays après la French Connection.

"Farcy s'est rendu indispensable en tant qu'informateur et a en même temps construit un monopole de la drogue, juste sous le nez de la police. En combinant ses forces avec les enquêteurs, il a obtenu des informations sur ses concurrents et sur les membres de la police et leurs points faibles. Farcy a très habilement fait son chemin et a eu un grand impact sur les jeunes équipes de narcotiques belges. Il est probablement devenu incroyablement riche grâce à ça."

HUMO De zaak-François start met wat jij het ‘toilettenfiasco’ noemt: een mislukte pseudoaankoop van drugs in de toiletten van een Brusselse taverne.

GEENS «In 1975 wil François met behulp van een infiltrant van de DEA, ene Jean-Joseph Touboul, een drugslijn oprollen naar de Amerikaanse legerbasis in Duitsland. Daarvoor moet hij cocaïne ‘aankopen’ en heeft hij geld nodig. De rijkswacht leent hem uit een speciale kas voor bijzondere operaties 40.000 euro om twee kilo coke te kopen.

»Ze spreken met de dealer af in de Copenhagen Tavern aan de Brusselse Naamsepoort en commandant François heeft zijn halve ploeg opgetrommeld. In een bestelwagen zit één van zijn mannen met zijn fototoestel in de aanslag, de anderen ijsberen op straat. François zit met zijn DEA-collega Frank Eaton met verrekijkers aan het raam van Le Coucou de Malines, een klein restaurant aan de overkant, boven een bord kip met frieten.

(traduction)

HUMO L'affaire François commence par ce que vous appelez le "fiasco des toilettes" : un pseudo-achat de drogue dans les toilettes d'une taverne de Bruxelles.

GEENS "En 1975, François, avec l'aide d'un infiltré de la DEA, un certain Jean-Joseph Touboul, veut monter une filière de drogue vers la base de l'armée américaine en Allemagne. Pour ce faire, il doit "acheter" de la cocaïne et a besoin d'argent. La gendarmerie lui prête 40 000 euros provenant d'un fonds pour les opérations spéciales pour acheter deux kilos de coke.

" Ils rencontrent le dealer à la Taverne Copenhague à la porte de Namur à Bruxelles et le commandant François a convoqué la moitié de son équipe. Dans une camionnette, l'un de ses hommes tient sa caméra à portée de main, les autres arpentent les rues. François et son collègue de la DEA, Frank Eaton, sont assis à la fenêtre du Coucou de Malines, un petit restaurant de l'autre côté de la rue, avec des jumelles au-dessus d'une assiette de poulet et de frites.

»Touboul arriveert met de dealer, en twee collega’s gaan de taverne binnen met het geld. Daar krijgen ze te horen dat het spul verstopt zit achter de spoelbakken van de toiletten beneden. De speurders gaan de coke onmiddellijk testen, het blijkt rotzooi, en ze stormen naar boven. Maar Touboul en de dealer zijn intussen al ribbedebie, mét het geld uit de rijkswachtkas. (Met pretoogjes) Vóór de ogen van François en Eaton met hun bord frieten. Niet te geloven, hè! Daar zit François dan, met twee kilo waardeloze coke die eruitziet als gele margarine. Paniek alom.

»In plaats van alles op te biechten aan de rijkswachttop probeert François de rommelcoke zelf op de markt te gooien. Eerst probeert hij het spul te slijten aan een Nederlandse bende, maar zijn medewerkers worden tijdens de deal opgepakt door hun Nederlandse collega’s. Ook een poging in Duitsland mislukt. Niemand wil de slechte coke, en dus vraagt François aan het laboratorium van Volksgezondheid om er de zuivere coke uit te puren – ongelofelijk dat dat lab dat ook doet. Hij gaat ook twee kilo in beslag genomen coke bedelen bij de douane, ‘voor een trainingsprogramma van drugshonden’.

»En dan raakt hij de hele voorraad drugs kwijt, in onduidelijke omstandigheden. François vertelt dat zijn rechterhand de Touboul-coke per ongeluk heeft vernietigd. Een raam in de keuken vloog open tijdens een storm terwijl de man koffie zette, de coke die op tafel lag stoof op de grond, waar hij onmiddellijk verregende. Of dat waar is, weet ik niet, maar de commandant was in ieder geval zijn geld én de coke kwijt.»

(traduction)

"Touboul arrive avec le dealer, et deux collègues entrent dans la taverne avec l'argent. Là, on leur dit que la substance est cachée derrière les lavabos des toilettes du bas. Les enquêteurs testent immédiatement la coke, qui s'avère être de la camelote, et ils se précipitent à l'étage. Mais Touboul et le dealer sont déjà rentrés chez eux, avec l'argent de la caisse de la gendarmerie. (Avec des yeux pétillants) Devant François et Eaton avec leur assiette de frites. Incroyable ! Il y a donc François, avec deux kilos de coke sans valeur qui ressemble à de la margarine jaune. Panique partout.

"Au lieu de tout avouer au sommet de la gendarmerie, François tente de mettre lui-même la coke de pacotille sur le marché. Il a d'abord essayé de vendre la marchandise à un gang néerlandais, mais ses employés ont été arrêtés par leurs collègues néerlandais pendant la transaction. Une tentative en Allemagne échoue également. Personne ne veut de la mauvaise coke, alors François demande au laboratoire de santé publique de la purifier - incroyable que ce laboratoire le fasse. Il va également mendier deux kilos de coke confisquée aux douanes, "pour un programme de formation de chiens anti-drogue".

"Et puis il perd tout le stock de drogue, dans des circonstances peu claires. François dit que son bras droit a accidentellement détruit la coke de Touboul. Une fenêtre de la cuisine s'est ouverte pendant un orage alors que l'homme faisait du café, la coke qui était sur la table est tombée sur le sol, où elle a été immédiatement détruite par la pluie. Je ne sais pas si c'est vrai mais en tout cas le commandant a perdu son argent et la coke."

HUMO En dan wordt het echt link.

GEENS «Ja, want om zijn probleem op te lossen, besluit François een grote partij hasj van de Pakistaanse toptrafikant Kahn door te verkopen, met de hulp van de DEA en zijn BIC-collega’s. Om het gat in de rijkswachtkas te dichten, moet hij twee leveringen door de douane sluizen en doorlaten naar de afnemers van de klompenmaffia in Nederland. Zijn rechterhand André Cammerman trekt een douanepak aan en gaat onder de alias ‘André Peeters’ tussen de douaniers van Zaventem zitten, om daar de koffers met een bepaalde sticker op door te laten.

»In september 1975 hadden ze genoeg geld om de rijkswacht terug te betalen en commandant François verbrandde meteen het dossier-Kahn. Maar het systeem werkte zo goed dat de speurders van het NDB het bleven doen, samen met hun BIC-collega’s. Ze hadden immers nog kosten. Een speurder had zijn auto in de prak gereden en de rijkswacht wilde de kosten voor de reparatie niet vergoeden, want je mocht alleen met een dienstwagen rijden. Zo begonnen ze hun eigen werkingsmiddelen te financieren met drugs, en vermoedelijk verdween het ook in hun eigen zakken. Intussen overspoelde de Pakistaanse hasj van Kahn de Belgisch-Nederlandse markt via de valse douaniers van de Belgische drugsbestrijdingsdiensten NDB en het BIC.»

(traduction)

HUMO Et là, ça devient vraiment délicat.

Oui, car pour résoudre son problème, François décide de revendre un gros lot de haschisch du grand trafiquant pakistanais Kahn, avec l'aide de la DEA et de ses collègues du BIC. Afin de combler le trou dans les caisses de la gendarmerie, il doit faire passer en douce deux livraisons à la douane et les transmettre aux clients de la "klompenmaffia" aux Pays-Bas. Son bras droit, André Cammerman, a revêtu un costume de douanier et, sous le pseudonyme "André Peeters", s'est assis parmi les douaniers à Zaventem pour laisser passer les valises portant un certain autocollant.

"En septembre 1975, ils avaient assez d'argent pour rembourser la gendarmerie et le commandant François a immédiatement brûlé le dossier Kahn. Mais le système fonctionnait si bien que les détectives du BND ont continué à le faire, avec leurs collègues du BIC. Après tout, ils avaient encore des coûts. Un enquêteur avait démoli sa voiture et la gendarmerie ne voulait pas rembourser les frais de réparation, car on ne pouvait conduire qu'une voiture de service. Ils ont donc commencé à financer leurs propres moyens de travail avec de la drogue, et celle-ci a vraisemblablement aussi disparu dans leurs propres poches. Pendant ce temps, le haschisch pakistanais de Kahn a inondé le marché belgo-néerlandais par le biais de faux douaniers des agences belges de lutte contre la drogue, BND et BIC."

HUMO Het was misschien niet zo slim van de rijkswacht om hun opsporingsdiensten zo weinig werkingsmiddelen te geven.

GEENS «Ja, het was huilen met de pet op. Wie naar de haven van Antwerpen moest, kreeg bijvoorbeeld geen auto, maar moest de trein nemen tegen halve prijs. En toen de commandant na lang aandringen eindelijk een anoniem voertuig kreeg voor schaduwopdrachten, bleek dat een afgedankte Mercedes van koning Boudewijn – niet handig als je niet wilt opvallen. En toch leefden de speurders erg royaal, vooral bij het BIC – altijd champagne, zijden hemden en tophotels. Dat geld moest érgens vandaan komen.

»De zaak-Kahn heeft het NDB volledig ontwricht. François was plots chanteerbaar voor iedereen die zijn geheim kende, zowel medewerkers als criminelen. Hij begon te drinken en verloor de controle over zijn op hol geslagen dienst. Zijn medewerkers zetten allerlei handeltjes op in ivoor, goud, antiek of bordelen.»

(traduction)

HUMO Peut-être n'était-ce pas très malin de la part de la gendarmerie de donner à ses services d'investigation si peu de moyens de travail.

Oui, c'était une véritable honte. Ceux qui devaient se rendre au port d'Anvers, par exemple, n'ont pas eu de voiture, mais ont dû prendre le train à moitié prix. Et lorsque le commandant, après une longue insistance, a finalement obtenu un véhicule anonyme pour les missions "discrètes", il s'est avéré qu'il s'agissait d'une Mercedes du roi Baudouin mise au rebut - pas pratique si vous ne voulez pas vous faire remarquer. Et pourtant, les enquêteurs vivaient très généreusement, notamment au BIC - toujours du champagne, des chemises en soie et des hôtels haut de gamme. Cet argent devait bien venir de quelque part.

"L'affaire Kahn a complètement désorganisé le BND. François était soudainement sujet au chantage pour quiconque connaissait son secret, qu'il s'agisse d'employés ou de criminels. Il s'est mis à boire et a perdu le contrôle de son service qui s'est emballé. Ses associés ont mis en place toutes sortes de commerces d'ivoire, d'or, d'antiquités ou de bordels."

(traduction)

L'enquêteur François Raes s'est plaint de ces pratiques criminelles du service anti-drogue BND, mais il n'a été que très peu entendu. Il a fini par être évincé de la gendarmerie.

Belgisch Watergate

HUMO Net op dat moment komt er een jonge rekruut piepen: de alerte, ambitieuze Robert Beijer, één van de latere hoofdverdachten in de Bende van Nijvel.

GEENS «Die had zijn ogen natuurlijk niet in zijn zakken zitten. Beijer is een intelligente en megalomane man, een kei in het manipuleren en ontfutselen van geheimen. Het NDB was een goede leerschool voor zijn latere activiteiten: hij zag er hoe innig de band tussen speurders en criminelen kon zijn, welke voordelen je daar als gangster uit kon halen, hoe je een halve politieploeg om de tuin kon leiden zoals Touboul deed, en hoe je als politieman vervelende dossiers gewoon kon opstoken, zoals François demonstreerde. Kort daarna stapte Beijer over naar de drugssectie van de BOB, waar hij Madani Bouhouche leerde kennen, die andere Bende-verdachte.»

(traduction)

Le Watergate belge

HUMO C'est à ce moment-là qu'une jeune recrue entre en scène : l'alerte et ambitieux Robert Beijer, l'un des principaux suspects des tueries du Brabant.

Il n'avait manifestement pas les yeux dans les poches. Beijer est un homme intelligent et mégalomane, expert en manipulation et en extraction de secrets. Le BND a été une bonne école pour ses activités ultérieures : il a vu à quel point la relation entre les détectives et les criminels pouvait être étroite, quels avantages on pouvait en tirer en tant que gangster, comment on pouvait tromper la moitié d'une équipe de police comme Touboul l'a fait, et comment on pouvait simplement manipuler des dossiers gênants en tant que policier, comme François l'a démontré. Peu après, Beijer est passé au rayon drogues de la BSR, où il a fait la connaissance de Madani Bouhouche, l'autre suspect des tueries".

HUMO En dan komt François Raes in beeld, een onkreukbare speurder die de criminele praktijken bij het NDB ontdekt en aanklaagt. Je hebt je boek aan hem opgedragen.

GEENS «François Raes was een dappere man. Hij zag eruit als een champetter, met een enorme snor, bakkebaarden en twinkelende oogjes. Hij kwam bij het NDB in 1977 en werkte op de traditionele, gedegen manier via het handelsregister, inlichtingen op straat en op café. Hij had geen gevaarlijk undercoverwerk nodig om bij de top van een heroïnelijn te raken. Raes was gechoqueerd door wat hij bij het NDB zag en klaagde de misstanden aan bij de hiërarchie. Daar deed men niks met zijn aangifte. Maar toen zag Raes hoe voor zijn ogen een onderzoek naar de Belgische drugslijn van Kahn door commandant François werd lamgelegd, met medeweten van de rijkswacht en het gerecht. Kahn leverde namelijk niet alleen hasj aan François, maar had hier jarenlang een goedlopende drugslijn naar Nederland en Frankrijk. François kon moeilijk onderzoek doen naar de bendeleider die hem zelf aan drugs hielp om de rijkswacht terug te betalen.

»Het was een echte doofpot. Ze hadden een informant die hun de organisatie op een schoteltje aanbood, met namen, adressen en bergplaatsen. Er was sprake van twee moorden in de bossen van Essen, maar ze gingen niet eens naar de lijken zoeken. De dossiers bestaan zelfs niet meer. Ik had toelating gekregen om ze in te zien, maar ze zijn onvindbaar in de gerechtelijke archieven.

»Raes maakte er zoveel stampij rond dat de rijkswachttop niet anders kon dan een onderzoek in te stellen naar de handel en wandel van het François-team. Kolonel Majerus noemde de affaire ‘het Belgische Watergate’. François sloot zich met de valse douanier André Cammerman op in zijn kantoor en begon alle dossiers te verbranden.

(traduction)

HUMO C'est alors qu'entre en scène François Raes, un détective incorruptible qui découvre et dénonce les pratiques criminelles du BND. Vous lui avez dédié votre livre.

GEENS "François Raes était un homme courageux. Il avait l'air d'un champion, avec une énorme moustache, des favoris et des yeux pétillants. Il a rejoint le BND en 1977 et a travaillé de manière traditionnelle et minutieuse via le registre du commerce, les renseignements dans la rue et dans les pubs. Il n'a pas eu besoin d'un dangereux travail sous couverture pour arriver au sommet d'une filière d'héroïne. Raes a été choqué par ce qu'il a vu au BND et a dénoncé les abus à la hiérarchie. Ils n'ont rien fait avec sa plainte. Mais Raes a ensuite vu comment une enquête sur la filière belge de la drogue de Kahn a été paralysée sous ses yeux par le commandant François, au su de la gendarmerie et de la justice. Kahn ne fournissait pas seulement du haschisch à François, mais pendant des années, il avait également une filière de drogue bien rodée vers les Pays-Bas et la France. François pouvait difficilement enquêter sur le chef de gang qui l'aidait à se procurer de la drogue afin de rembourser la gendarmerie.

"C'était une véritable opération de camouflage. Ils avaient un informateur qui leur offrait l'organisation sur un plateau, avec des noms, des adresses et des cachettes. On a parlé de deux meurtres dans les bois d'Essen, mais on n'a même pas cherché les cadavres. Les fichiers n'existent même plus. J'avais reçu l'autorisation de les consulter, mais elles sont introuvables dans les archives judiciaires.

"Raes a fait tellement de bruit que les dirigeants n'ont eu d'autre choix que de lancer une enquête sur les agissements de l'équipe de François. Le colonel Majerus a appelé l'affaire "le Watergate belge". François s'enferme dans son bureau avec le faux douanier André Cammerman et commence à brûler tous les dossiers.

HUMO Het was rijkswachtmajoor Herman Vernaillen die de ondankbare taak kreeg om alles uit te pluizen.

GEENS «Aan die man hebben ze zich lelijk mispakt. Meerdere hoge rijkswachtofficieren, onder wie generaal Fernand Beaurir, probeerden Vernaillen te temperen. ‘Je gaat dit toch niet écht onderzoeken?’ Maar Vernaillen is als een bezetene beginnen te spitten. Hij kreeg de bijnaam ‘de inquisiteur’. Zo stootte hij op een drugsschandaal dat steeds verder uitdijde en hij ontdekte dat de drugsbestrijdingsdiensten NDB en BIC zowat elke trafikant die iets betekent in de drugswereld als informant hadden: Farcy en zijn seksslaaf Joseph Vienne, Kahn, Touboul, Klaas Bruinsma… Elke zichzelf respecterende crimineel wist dat tipgever van de politie worden het slimste was om geen problemen te krijgen. Het verzekerde hen van een zekere straffeloosheid. Criminelen die in het buitenland werden opgepakt, zeiden dikwijls: ‘Ik werk voor jullie Belgische collega’s’, waardoor die buitenlandse diensten zich begonnen af te vragen wat de Belgen uitspookten.

»De Belgische gangster Albert Gillet, bijvoorbeeld, werd in Rome gearresteerd met acht kilo heroïne. Hij werd de eerste spijtoptant van de Italiaanse onderzoeksrechter Giovanni Falcone in het onderzoek naar de Siciliaanse maffia, en praatte drie BIC-ambtenaren aan de galg die meedraaiden in zijn trafiek. Wat Vernaillen aan gesjoemel bij het BIC aantrof, was nog veel erger dan bij het NDB. De dienst was een arm van de cosa nostra geworden.»

(traduction)

HUMO C'est le major de gendarmerie Herman Vernaillen qui a été chargé de la tâche ingrate de tout éplucher.

GEENS "Ils se sont fait du tort avec cet homme. Plusieurs officiers supérieurs de la gendarmerie, dont le général Fernand Beaurir, tentent de tempérer Vernaillen. Vous n'allez pas vraiment enquêter sur cette affaire, n'est-ce pas ? Mais Vernaillen a commencé à creuser comme un fou. Il était surnommé "l'inquisiteur". Il découvre que les services anti-drogue BND et BIC ont comme informateurs presque tous les trafiquants qui comptent dans le monde de la drogue : Farcy et son esclave sexuel Joseph Vienne, Kahn, Touboul, Klaas Bruinsma... Tout criminel qui se respecte sait que devenir un informateur de la police est le meilleur moyen d'éviter les ennuis. Cela leur assurait une certaine impunité. Les criminels arrêtés à l'étranger disaient souvent : "Je travaille pour vos collègues belges", ce qui amenait les services étrangers à se demander ce que faisaient les Belges.

"Le gangster belge Albert Gillet, par exemple, a été arrêté à Rome avec huit kilos d'héroïne. Il est devenu le premier repenti du juge d'instruction italien Giovanni Falcone dans l'enquête sur la mafia sicilienne, et a conduit "à la potence" trois fonctionnaires du BIC qui étaient impliqués dans son trafic. Les abus que Vernaillen a constatés au BIC étaient encore pires que ceux du BND. Le service était devenu un bras de cosa nostra."

Hilde Geens est très claire :

"Le gangster belge Albert Gillet, par exemple, a été arrêté à Rome avec huit kilos d'héroïne. Il est devenu le premier repenti du juge d'instruction italien Giovanni Falcone dans l'enquête sur la mafia sicilienne, et a conduit "à la potence" trois fonctionnaires du BIC qui étaient impliqués dans son trafic. Les abus que Vernaillen a constatés au BIC étaient encore pires que ceux du BND. Le service était devenu un bras de cosa nostra."

(suite de l'article de HUMO)

HUMO Opvallend is dat verschillende speurders van de BOB Brussel zich in dat delicate onderzoek naar de zaak-François wurmden: het duo Bouhouche en Beijer, en Guy Goffinon, terwijl hij er officieel niks mee te maken had.

GEENS «Ja, Bouhouche en Beijer waren onafscheidelijk geworden bij de BOB en voerden er onder leiding van Guy Goffinon een onderzoek naar het dealernetwerk van Bruno Farcy, de beruchte informant van het BIC en het NDB, die nu ook van twee moorden werd verdacht. Alle drie kenden ze Farcy beter dan ze ooit op pv hebben laten uitschijnen. Via dat onderzoek hebben ze zich binnengewerkt in de ploeg van Vernaillen, en daar zijn ze een heel dubieuze rol gaan spelen. Op een bepaald moment zijn Bouhouche en Beijer betrapt toen ze afluisterapparatuur hadden geplaatst in de verhoorkamer van een collega, en toen heeft Vernaillen hen uit de BOB gezwierd.

»Twee jaar later maakten ze de definitieve overstap naar de zware misdaad, onder de dekmantel van hun detectivebureau ARI. Ze hebben alle knepen bij de drugssectie en bij het NDB geleerd, en vertrokken bovendien met een gereedschapskist vol rekwisieten om politieman te kunnen blijven spelen. Ze hadden bijvoorbeeld blanco documenten met het briefhoofd van de BOB, blanco bevelschriften van onderzoeksrechters om iemand uit de gevangenis te halen – wat ze ook zouden doen – en rijkswachtuniformen.

(traduction)

HUMO Il est frappant de constater que plusieurs enquêteurs de la police de Bruxelles se sont glissés dans cette délicate enquête sur l'affaire François : le duo Bouhouche et Beijer, et Guy Goffinon, alors qu'il n'avait officiellement rien à voir avec elle.

GEENS Oui, Bouhouche et Beijer étaient devenus inséparables à la BSR et, sous la direction de Guy Goffinon, menaient une enquête sur le réseau de revendeurs de Bruno Farcy, l'informateur notoire du BIC et du BND, qui était maintenant également soupçonné de deux meurtres. Tous les trois connaissaient Farcy mieux qu'ils ne l'ont jamais dit à la police. Grâce à cette enquête, ils sont entrés dans l'équipe de Vernaillen, où ils ont commencé à jouer un rôle très douteux. À un moment donné, Bouhouche et Beijer ont été pris alors qu'ils avaient installé des appareils d'écoute dans la salle d'interrogatoire d'un collègue, et Vernaillen les a alors renvoyés de la BSR.

"Deux ans plus tard, ils sont passés définitivement à la grande criminalité, sous le couvert de leur agence de détectives ARI. Ils ont appris toutes les ficelles du métier auprès de la section des drogues et du BND, et sont également repartis avec une boîte à outils pleine d'accessoires pour continuer à jouer au policier. Par exemple, ils avaient des documents vierges à l'en-tête de la BSR, des ordres en blanc de juges d'instruction pour faire sortir quelqu'un de prison - ce qu'ils faisaient - et des uniformes de la gendarmerie.

»Ze hadden ook een rechtstreekse lijn met de DEA, waarvoor ze met hun detectivebureau operaties deden. Het is trouwens heel opvallend hoe de DEA alle criminelen beschermde die voor de Amerikanen werkten, ze gingen daar heel ver in. Iemand als Albert Gillet, de gangster die spijtoptant werd van Falcone, moest in België, Italië en Zwitserland nog dertig jaar cel uitzitten, maar kwam na twee jaar vrij. Onvoorstelbaar! Ook Bruno Farcy heeft nooit grote problemen gehad. Hij is vandaag 76 en nog altijd actief, hoor ik van speurders.

»Ook Bouhouche en Beijer hebben mogelijk bescherming gekregen van de DEA. De laatste operatie voor de Amerikanen dateerde van begin september 1985, vlak vóór de Bende-overvallen in Overijse en Aalst.

»Ik zie het soms als een film voor mij, hoe het leven van die mannen op dat spoor is gekomen. Ze kenden het justitieapparaat en de zwakke plekken van hun collega’s door en door en hadden gezien hoe onderzoeken gemanipuleerd en in de grote vergeetput gedumpt werden. Allemaal omdat de rijkswachtstaf en de bevoegde ministers wilden vermijden dat er meer vuiligheid uit hun eigen huis door de straten van Brussel zou stromen.»

(traduction)

"Ils avaient aussi une ligne directe avec la DEA, pour laquelle ils faisaient des opérations avec leur agence de détectives. Il est très frappant de voir comment la DEA a protégé tous les criminels qui travaillaient pour les Américains, ils se sont donnés beaucoup de mal pour le faire. Quelqu'un comme Albert Gillet, le gangster qui est devenu informateur de Falcone, aurait dû purger trente ans en Belgique, en Italie et en Suisse, mais a été libéré au bout de deux ans. Incroyable ! Bruno Farcy n'a jamais eu de problèmes majeurs non plus. Il a 76 ans aujourd'hui et est toujours actif, d'après ce que m'ont dit des détectives.

"Bouhouche et Beijer ont peut-être aussi été protégés par les stups. La dernière opération des Américains remonte à début septembre 1985, juste avant les braquages des tueurs du Brabant à Overijse et à Alost.

"Pour moi, c'est parfois un film, comment la vie de ces hommes s'est retrouvée sur cette voie. Ils connaissaient le système judiciaire et les faiblesses de leurs collègues de bout en bout, et avaient vu comment les enquêtes étaient manipulées et jetées dans le grand puits de l'oubli. Tout cela parce que l'état-major de la gendarmerie et les ministres compétents voulaient éviter que d'autres saletés de leur propre maison ne coulent dans les rues de Bruxelles."

(traduction)

Herman Vernaillen, victime d'une tentative de meurtre par Madani Bouhouche et Robert Beijer en 1981 : "Je suis la première victime des tueurs du Brabant".

Valse snorren

Vernaillen krijgt flink wat tegenstand van het commando van de rijkswacht, maar stoomt onverstoorbaar voort. Hij laat François en zijn medeplichtigen van de antidrugsdiensten NDB en BIC aanhouden en stelt ook DEA-agent Frank Eaton en diens chef in verdenking. ‘Wat mij het meest is bijgebleven, is dat Vanden Boeynants met alles te maken had,’ vertelde hij dertig jaar later. ‘Van bij de eerste verhoren zeiden de arrestanten dat we moesten uitkijken omdat er toppolitici betrokken waren in de zaak, en ze kwamen altijd aanzetten met VDB.’

In de zomer van 1981 krijgt Vernaillen van de douane informatie over een trafiek van harddrugs in diepvriesvlees, met als bestemming de Boucheries Ghysels, slagerszaken uit het imperium van Paul Vanden Boeynants. Die transporten zouden onder toezicht van rijkswachters van François gebeuren. Vernaillen is ervan overtuigd dat dat de tip te veel was: in oktober 1981 worden hij en zijn vrouw ’s nachts thuis beschoten. Ze overleven de aanslag, maar zijn vrouw is zwaar gehandicapt.

Het is niet de eerste aanslag op de rijkswacht. Drie weken eerder is een bom in een auto van de BOB ontploft. De drie inzittenden overleven het alleen omdat de hoofdlading niet is ontploft. Het onderzoek komt in handen van de BOB van Brussel bij Goffinon, die er meteen Bouhouche bij betrekt – een opmerkelijke keuze, aangezien Vernaillen hem net heeft veroordeeld tot een bestaan als straatgendarme. De onderzoekers komen terecht bij Jean-François Buslik, de intiemste vriend van Bouhouche, die de onderdelen van de bom heeft gekocht. Ze doen een huiszoeking en vinden in een verborgen ruimte pasfoto’s van Buslik, Beijer en Bouhouche in allerlei vermommingen met pruiken, brillen, valse snorren en baarden, bedoeld om er valse identiteitskaarten mee te maken.

(traduction)

Fausses moustaches

Vernaillen rencontre beaucoup de résistance de la part du commandement de la gendarmerie, mais continue imperturbablement. Il a fait arrêter François et ses complices des services anti-drogue BND et BIC et a également soupçonné l'agent de la DEA Frank Eaton et son chef. "Ce qui m'a le plus marqué, c'est que Vanden Boeynants était impliqué dans tout", a-t-il raconté trente ans plus tard. Dès les premiers interrogatoires, les détenus ont dit qu'il fallait faire attention parce que des politiciens de haut niveau étaient impliqués dans l'affaire, et ils ont toujours évoqué VDB.

Durant l'été 1981, Vernaillen reçoit des informations des douanes sur un trafic de drogues dures dans de la viande congelée, destinée aux Boucheries Ghysels, des boucheries de l'empire de Paul Vanden Boeynants. Ces transports se feraient sous la surveillance des gendarmes de François. Vernaillen est convaincu que ce tuyau était de trop : en octobre 1981, lui et sa femme sont abattus chez eux, la nuit. Ils survivent à l'attaque, mais sa femme est gravement handicapée.

Ce n'était pas la première attaque contre la gendarmerie. Trois semaines plus tôt, une bombe avait explosé dans une voiture de la BSR. Les trois occupants ne survivent que parce que la charge principale n'a pas explosé. L'enquête tombe entre les mains de la BSR de Goffinon à Bruxelles, qui implique immédiatement Bouhouche - un choix remarquable, étant donné que Vernaillen vient de le condamner à vivre comme un voyou. Les enquêteurs tombent sur Jean-François Buslik, l'ami le plus proche de Bouhouche, qui a acheté les pièces de la bombe. Ils font une recherche et trouvent dans une pièce cachée des photos d'identité de Buslik, Beijer et Bouhouche dans toutes sortes de déguisements avec perruques, lunettes, fausses moustaches et barbes, destinés à fabriquer de fausses cartes d'identité.

GEENS «Goffinon had de leiding over die huiszoeking en wist vanaf dat ogenblik zeker dat Bouhouche een dubbele rol speelde bij de rijkswacht. Maar de mol mocht gewoon in zijn team blijven zitten.

»Na de aanslag op Vernaillen komt ook dat onderzoek bij Goffinon terecht, en weer sleurt hij er Bouhouche bij. We weten intussen dat die dat onderzoek vakkundig heeft verknald door de wapenexpert om de tuin te leiden met de foute hulzen, zodat er jarenlang naar een verkeerd wapen werd gezocht. Het onderzoek verliep zo rampzalig dat het duidelijk was dat het van binnenuit werd gesaboteerd. Het mag een wonder heten dat de onderzoekers de auto van de daders wel terugvinden: een geelbruine Mazda. Getuigen hebben die auto op de avond van de aanslag zien vertrekken bij garagist Willy D. Onthou die naam, want hij zal later terugkeren in het Bende-onderzoek: bij de eerste aanslag bij wapenhandelaar Dekaise in 1982, en de laatste aanslag in 1985 in Aalst. Willy D. zit in de kliek van Bruno Farcy én is goed bevriend met één van de mannen van het BIC. Het spoor leidt nog naar twee andere verdachten die later in het Bende-dossier terugkeren: de advocaat Faez Al Ajjaz en zijn chauffeur Paul Latinus, de oprichter van de extreemrechtse groepering Westland New Post.»

(traduction)

GEENS "Goffinon était chargé de cette perquisition et savait dès ce moment que Bouhouche jouait un double jeu avec la gendarmerie. Mais la taupe a été autorisée à rester dans son équipe.

"Après l'agression de Vernaillen, Goffinon est également chargé de cette enquête, et il y associe à nouveau Bouhouche. Entre-temps, nous savons qu'il a habilement bousillé cette enquête en trompant l'expert en armes avec les mauvaises cartouches, de sorte que pendant des années, ils ont recherché la mauvaise arme. L'enquête a été si désastreuse qu'il était évident qu'elle avait été sabotée de l'intérieur. C'est un miracle que les enquêteurs aient retrouvé la voiture des auteurs : une Mazda jaune-brun. Des témoins ont vu la voiture quitter le garage du garagiste Willy D. Retenez ce nom, car il reviendra dans l'enquête sur les tueries du Brabant : lors de la première attaque contre le marchand d'armes Dekaise en 1982, et la dernière attaque en 1985 à Alost. Willy D. est dans la clique de Bruno Farcy et est un bon ami d'un des hommes du BIC. La piste mène également à deux autres suspects qui reviennent plus tard dans le dossier des tueries : l'avocat Faez Al Ajjaz et son chauffeur Paul Latinus, le fondateur du groupe d'extrême droite Westland New Post."

HUMO Dertig jaar na de aanslag heeft Beijer aan Vernaillen bekend dat hij en Bouhouche de daders van de aanslag op hem waren. Vernaillen denkt dat ook Goffinon erbij was. Hoe zie jij de rol van ‘de Goff’?

GEENS «Guy Goffinon werkte als speurder in drie groepen dossiers: de drugsdossiers van het NDB en het BIC, de rijkswachtaanslagen en de Bende van Nijvel. En hij is één van de oorzaken dat ze niet zijn opgehelderd, omdat hij het ene onderzoek na het andere verknalde. In de zaak van de autobom maakte hij bijvoorbeeld een vals pv op waarin hij de aankoopdatum van de batterijen voor de bom verdoezelde, zodat het onderzoek ten onrechte weg van de rijkswacht werd gestuurd.

»Over de moordaanslag op Vernaillen vertelt een informant dat alles is bekokstoofd door drugstrafikant Bruno Farcy, met medeweten van BIC-ambtenaren die op dat ogenblik in de gevangenis zitten wegens de zaak-François. De speurders gaan hun cellen doorzoeken en vinden allerlei bewijsmateriaal, zoals briefjes van medeplichtigen en plattegronden. Maar nog voor zijn collega’s een kopie kunnen maken, geeft Goffinon de bewijsstukken terug aan de verdachten, samen met de verklaring van de informant. Dat verhaal heeft voor mij de doorslag gegeven. Dat kon geen toeval meer zijn.»

(traduction)

HUMO Trente ans après l'attaque, Beijer a avoué à Vernaillen que Bouhouche et lui étaient les auteurs de l'attaque dont il a été victime. Vernaillen pense que Goffinon était là aussi. Comment voyez-vous le rôle du "Goff" ?

GEENS "Guy Goffinon a travaillé comme enquêteur sur trois groupes de dossiers : les dossiers de drogue du BND et du BIC, les attentats de la gendarmerie et les tueries du Brabant. Et il est l'une des raisons pour lesquelles ils n'ont pas été résolus, parce qu'il a fait capoter les enquêtes les unes après les autres. Dans le cas de la voiture piégée, par exemple, il a rédigé un faux rapport dans lequel il a dissimulé la date d'achat des batteries de la bombe, de sorte que l'enquête a été détournée loin de la gendarmerie.

"A propos de l'attaque contre Vernaillen, un informateur affirme que tout a été concocté par le criminel de la drogue Bruno Farcy, au su des responsables du BIC qui étaient en prison à l'époque pour l'affaire François. Les enquêteurs commencent à fouiller leurs cellules et trouvent toutes sortes de preuves, comme des notes de complices et des cartes. Mais avant que ses collègues aient pu faire une copie, Goffinon a rendu les preuves aux suspects, avec la déclaration de l'informateur. Cette histoire a été le facteur décisif pour moi. Cela ne peut plus être une coïncidence.