Al Ajjaz, Faes

Henri Simonet était un proche du général Robert Close.

https://www.scribd.com/doc/296558107/Robert-Close-Photos





Voici ce que disait le journal "Pour" du 15 mai 1980 sur cette famille liée à Beherman (représentant Mazda, d'où le point commun avec Faes al Ajjaz).

Dans ce qui suit, il est question de Faez al Ajjaz dans une réunion à Chypre au sujet de matières radioactives.

https://www.stelling.nl/kleintje/actueel/overzicht-actueel/reusachtig-003?highlight=WyJhcm1mZWx0IiwiYXJtZmVsdCdzIl0=

Reusachtig (003)

25 oktober 2017

(...)   Teengs Gerritsen zal nog vaker aan bod komen. Hij behoorde ook tot de leiding van “De Dienst”. Ook was ik met Al Ajjaz bij besprekingen op Cyprus met hooggeplaatste Nederlanders en Rifat Assad, hoofd van de Syrische veiligheidsdienst”.

Die laatste twee regels brachten bij ons een lichte aardverschuiving op gang en wij gingen voor het kousennaadje bij de schrijver van het prikkelende proza te rade. En jawel. Bingo. Het ging om de uraniumdeal uit de jaren tachtig die wij zo uitgebreid voor de koplampen hebben getrokken in deze serie. Met namen als Hassan Zubaidi, Rifat Assad (de oom van), Ruud en Paul Lubbers, ir. Van Schaik en nog meer tuttifrutti. Tot nu toe was de aanwezigheid van Al Ajjaz bij de bijeenkomsten op Cyprus ons niet bekend. Nu wel. En daar zijn we buitengewoon content mee. Uiteraard doen de msm daar niks mee. En de Haagse Landdag? Ach. Stay tuned.

_ _ _ _ _ _

Je crois que cela concerne ce qui suit :

https://www.stelling.nl/kleintje/actueel/overzicht-actueel/steekspel-rond-een-uranium-deal

Steekspel rond een uranium-deal

13 februari 2001

Selon ce qui suit, Faez al Ajjaz connaissait bien Carl Armfelt et était un bon ami de Bob Denard (qui connaissait Martial Lekeu, Edmond Bajart, etc).

Michel Libert nous dit en outre que Paul Latinus et Karel de Lombaerde rencontraient Carl Armfelt à Knokke. Bien entendu, Paul Latinus était proche de Faez al Ajjaz.

https://www.boublog.nl/2011/06/24/gladio-en-de-geheime-terreur-van-de-navo/

(...)

mrpettjo:
15 januari, 2012 op 22:13

Dit is een (lang) relaas van een (Surinaamse?) deelnemer aan de invasiecoupplannen in 1982 en 1983 die ik vond op een Surinaamse website die het verhaal van Van Haperen onderschrijft en ook prins Berhard (het zal niet zo zijn!)was in ieder geval op de hoogte dan wel er zijdelings bij betrokken:

(...)

Vanaf dat moment gingen de trainingen echt van start. Dit ging in samenwerking met de Westland New Post, een Belgische stay-behind organisatie opgericht in opdracht van Armfelt, waar een groot gedeelte van de opleidingen en werving plaatsvond. Door Armfelt werd ik in contact gebracht met een vriend en zakenpartner van hem, en wapenhandelaar die ik eerder ontmoet had op Cyprus, Faez Al Ajjaz. Ook stelde hij mij voor aan Madani Bouhouche. Hij was lid van groep G (Groupe ‘d action Politique) binnen de Rijkswacht van België. Later bleek dat Al Ajjaz voor de financiering zou zorgen en Bouhouche een liquidatie team zou leiden om Bouterse, Alibux en Naarendorp te vermoorden.

Al Ajjaz bracht mij in contact met een goede vriend van hem, de huurlingenleider Bob Denard, die mij in twee weekenden een spoedcursus gaf in het plegen van een staatsgreep.

Trainingswapens kregen wij via mijn directe meerdere kolonel Kurt Görlitz. Hij regelde ook faciliteiten zoals het gebruik van militaire schietbanen en gezamenlijke militaire trainingen met de Natres en O & I, de Nederlandse Gladio. Binnen deze groep werden ook deelnemers voor de coup geworven.

Bouhouche zorgde voor de speciale aanvalswapens middels diefstallen uit Nato-depots en door een inbraak op 1 januari 1982 bij de elite eenheid DYANA van de Rijkswacht waarbij onder andere tien moderne Heckler en Koch automatische pistoolmitrailleurs met geluidsdempers en patroonmagazijnen met munitie werden gestolen. Deze waren bestemd voor speciale doelwitten bij de aanval in Suriname.

(...)

https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=Faez+al+ajjaz&coll=ddd&sortfield=date&identifier=ddd%3A010962145%3Ampeg21%3Aa0553&resultsidentifier=ddd%3A010962145%3Ampeg21%3Aa0553







_ _ _

(...)




(...)

Je ne pense pas Al Ajjaz y soit pour quelque chose dans cette histoire de TBW. Mais c'est une histoire "parallèle" à celles des TBW.
En fait, l'OLP a "noyauté" (voire financer) "RFA" qui a ensuite recruté dans "Action Directe" déjà impliquée dans les CCC.
CCC était "un piège à cons"
Venu probablement en "observateur" pour récolter des renseignements parce qu'on a été bel et bien été attaqué mais "clandestinement" via les CCC
Il doit bien y avoir l'une ou l'autre connexion mais c'est une coïncidence...

Georges Timmerman

De vuile erfenis van een Saudische spion in Brussel


Ooit gehoord van Al Mukhabarat Al A’amah? De geheime dienst van Saudi-Arabië. Wie denkt dat deze griezels niet actief zijn in België: think again. Een belangrijke spion en geheimagent van de Saudi’s werkte tientallen jaren ongestoord in Brussel, waar hij een enorme puinhoop achterliet. Apache reconstrueert een surrealistisch verhaal uit een niet zo ver verleden.

Sinds de terreuraanslagen van november in Parijs groeit de kritiek op de Saudische controle over de Grote Moskee in Brussel, die volgens specialisten een sleutelrol speelt in de radicalisering van moslims in ons land. Voorlopig verandert er echter niets. De regering wacht op de resultaten van een rapport van de Staatsveiligheid over de Grote Moskee, zoals gevraagd door minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA).

Nochtans waarschuwde de Staatsveiligheid vijftien jaar geleden al voor de kwalijke invloed van de Saudi’s. “De leden van de ambassade van Saudi-Arabië die belast zijn met religieuze aangelegenheden hebben het wahabisme, de strenge en puriteinse officiële religieuze doctrine van dit land, ingevoerd in de Grote Moskee, tot schade van de gematigde moslims die gewoonlijk naar deze moskee komen”, stelde de dienst in een rapport van 2001. “Er werden bijzonder virulente preken gehouden, met name tegen Brussel dat de ‘hoofdstad van de kafirs’ (ongelovigen) wordt genoemd. De Dar El Iftah, het hoogste rechtscollege dat in Arabië religieuze en sociale geschillen beslecht, probeert er leden van de Saudi-Arabische religieuze politie (Al Mutawa’a) te introduceren. Deze politie gaat door voor een ultraconservatieve instelling die toezicht houdt op de naleving van de islamitische zeden en de geboden van de koran streng oplegt.”

In 1967, kort voor de Zesdaagse Oorlog tussen Israël en zijn Arabische buurlanden, gaf koning Boudewijn de Grote Moskee cadeau aan de Saudische koning Faisal, mogelijk als dank voor een grote wapenbestelling bij FN Herstal of – zoals meestal wordt beweerd – omdat de Saudische koning Faisal bij zijn bezoek aan België een milde gift had gedaan voor de slachtoffers van de brand in het Brusselse grootwarenhuis Innovation. Hoe dan ook, het gebouw in het Jubelpark, een oud paviljoen van de wereldtentoonstelling van 1897, werd door de Regie der Gebouwen voor 99 jaar in erfpacht gegeven aan het Islamitisch Cultureel Centrum van België (ICC), een internationale vzw met de Saudische ambassadeur als voorzitter. Vervolgens werd het pand op kosten van de Saudi’s gerenoveerd, waarna de Grote Moskee in 1978 plechtig in gebruik kon worden genomen.

Joods complot

Om die renovatiewerken in goede banen te leiden, stuurde het Saudische regime in 1970 een topman van haar geheime dienst naar Brussel: Faez Al Ajjaz. Onder de cover van journalist verbleef dit personage gedurende dertig jaar ongehinderd in onze hoofdstad, ondanks zijn betrokkenheid bij een lange reeks duistere en zelfs ronduit illegale activiteiten: wapensmokkel, aanslagen op politiemannen, spionage, het financieren van een neonazistische groep en het dwarsbomen van gerechtelijke onderzoeken. Al Ajjaz liet een breed spoor van verwarring, ontwrichting en vernieling achter zich, en de gevolgen van zijn vuile ‘erfenis’ zijn tot op de dag van vandaag voelbaar.

Zoals het een goede spion betaamt, zijn er weinig biografische gegevens over hem bekend. Geboren in 1922 in de Syrische hoofdstad Damascus had hij zowel een Syrisch als een Saudisch paspoort. Gehuwd met een Duitse afstammelinge van de familie Krupp. Zijn broer was piloot bij de Syrische luchtmacht. Stond bekend als vertrouweling van het Saudische hof. Dat hij werkte voor de Saudische geheime dienst is met zekerheid bekend dankzij uitgelekte rapporten van de Staatsveiligheid, een dienst die hem de codenaam Sirocco gaf. Volgens andere bronnen was hij zelfs de chef van de Saudische dienst voor heel West-Europa. Tegelijkertijd werkte hij ook voor andere westerse inlichtingendiensten. Vooraleer Al Ajjaz naar België kwam, zou hij jarenlang advocaat en journalist geweest zijn in het Midden-Oosten en de Golfstaten, waar hij nauwe banden had met islamisten en Palestijnse terroristen in Libanon.

Eén keer had hij zich wel laten opmerken: in 1967 schreef Al Ajjaz een inleiding bij de heruitgave van de Franstalige editie van de “Protocollen van de wijzen van Sion”, een rabiaat antisemitisch boek over een fictief joods wereldcomplot, uitgegeven door de Presses Islamiques in Beiroet. Het boek, dat op 200.000 exemplaren werd gedrukt, was blijkbaar bedoeld als propaganda tegen Israël. Franse journalisten die in 1974 met de Franse minister van Buitenlandse Zaken een bezoek brachten aan Saudi-Arabië, kregen een exemplaar ervan in handen gedrukt, als persoonlijke gift van koning Faisal, met de boodschap dat het ging om “de favoriete literatuur van de koning”. Ook later zal Al Ajjaz zich onder andere in de bar van het Internationaal Perscentrum (IPC) aan de Brusselse Karel de Grotelaan profileren als een rabiate tegenstander van Israël. Een pose of een manier om toegang te krijgen tot links-progressieve milieus?

Hoerenmadam

Faez Al Ajjaz bleek in Brussel over ruime financiële middelen te beschikken. Hij installeerde zich in een chique appartement, eerst in de Sint-Michielslaan, daarna aan de Legerlaan, telkens in de buurt van het Brusselse Montgomeryplein, dat hij huurde voor 2.000 euro per maand. Hij reed in peperdure luxe-auto’s en bezat een fraaie villa in het Spaanse Marbella. Na verloop van tijd knoopte hij relaties aan in de hoogste kringen, onder meer met prins Albert (de latere koning Albert II), politicus Paul Vanden Boeynants en diens rechterhand baron Benoît de Bonvoisin. Tegelijk onderhield hij een netwerk van meer dan dertig betaalde informanten, onder wie ex-huurlingen, ambtenaren, rijkswachters en extreemrechtse figuren, die hem geschreven rapporten bezorgden over alles wat hem interesseerde.

Volgens toenmalig minister van Justitie Jean Gol, die zich baseerde op een rapport van de Staatsveiligheid, was Al Ajjaz in 1975 een van de spilfiguren in een grote wapenlevering vanuit België aan de falangistische milities in Libanon, met een contractwaarde van 250.000 euro. De transactie verliep via een zakenrelatie in Beiroet van de beruchte wapenhandelaar Adnan Khashoggi. In Marbella, Parijs en Brussel werkte Al Ajjaz samen met de grote spelers op de internationale wapenmarkt, zoals Khashoggi, die als tussenpersoon optraden tussen de Saudische prinsen en de belangrijkste defensieleveranciers in Europa en de VS. In 1982 bijvoorbeeld ging één van zijn Belgische loopjongens een cheque van 25.000 euro ophalen in Parijs, uitgeschreven door de Libanese wapenhandelaar Walid Koreitem op naam van Al Ajjaz. Koreitem behoorde tot het selecte kringetje van Saudische agenten uit de entourage van Khashoggi, net zoals Akram Ojjeh, Samir Traboulsi en andere klanten van het luxe-callgirlnet van Madame Tuna, de hoerenmadam die opdook in de Eurosystem-zaak, het smeergeldschandaal rond de bouw van militaire hospitalen in Saudi-Arabië.

Al Ajjaz was in 1975 een van de spilfiguren in een grote wapenlevering vanuit België aan de falangistische milities in Libanon en hij speelde ook een cruciale rol in het Eurosystem-schandaal in 1975

Nadat het Eurosystem-schandaal in 1979 was losgebarsten, bleek dat ook Al Ajjaz een cruciale maar nooit opgehelderde rol in de zaak had gespeeld. Zelf beweerde hij dat zijn rol beperkt bleef tot het verdedigen van de belangen van de Saudische koninklijke familie. De man die het contract met het Belgische consortium Eurosystem had getekend, als commandant van de Saudische Nationale Wacht, was immers prins Abdoellah, de latere (en vorig jaar overleden) koning. Maar wellicht was er meer aan de hand. Want Al Ajjaz werkte ook samen met Elias El Turk, een falangistische politicus in Libanon die ook directeur was van EHS Health Testing Center, een Euroystem-filiaal in Beiroet dat enkel diende als doorgeefluik voor obscure geldstromen en dus een mogelijk distributiekanaal was voor corruptiegeld.

In de eerste helft van de jaren tachtig, terwijl de kogels van de ongrijpbare Bende van Nijvel en de bommen van het extreemlinkse CCC in het rond vlogen, amuseerde Al Ajjaz zich met het financieren van Westland New Post (WNP), een gewelddadig neonazistische groepje dat wel speciaal leek opgericht om de politie- en veiligheidsdiensten te treiteren, belachelijk te maken en te compromitteren. WNP functioneerde als een parallelle inlichtingendienst en leek zich voor te bereiden op terreuraanslagen. In opdracht van Al Ajjaz werden door WNP’ers bijvoorbeeld grote hoeveelheden geheime Navo-telexen gestolen, met allerlei ultragevoelige militaire informatie. Een ander project dat mogelijk uit de koker van Al Ajjaz kwam, was om een aantal WNP’ers te laten infiltreren in de terreurnetwerken van de Libische kolonel Kadhafi. Ze zouden zich laten rekruteren in trainingskampen in Libië, om die netwerken vervolgens in één klap te kunnen uitschakelen. Het plan ging niet door omdat de militanten het zaakje niet vertrouwden. Diverse WNP’ers werden door Al Ajjaz ingeschakeld als chauffeur, lijfwacht, secretaris, geldkoerier, verhuizer, privé-detective of informant.


   In de jaren ’80 amuseerde Al Ajjaz zich met het financieren van Westland New Post, een gewelddadig neonazistisch groepje dat speciaal leek opgericht om politie- en veiligheidsdiensten te treiteren en te compromitteren


De Saudische topspion bleek onder andere zeer geïnteresseerd in de moordaanslag op Naïm Khader, de vertegenwoordiger van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) in Brussel. Op vraag van de Saudi’s – en zeer tegen de zin van Amerikanen en de Israëli’s – hadden de Belgische autoriteiten in 1976 toegestemd in de opening van een PLO-kantoor, een officieuze ambassade in Brussel. Maar op 1 juni 1981 werd Khader bij het verlaten van zijn woning in Elsene op straat neergekogeld. De dader werd nooit gevonden. De verdenkingen gingen in de richting van de dissidente Palestijnse terreurgroep Abu Nidal en/of de Israëlische geheime dienst Mossad. WNP’s kregen van Al Ajjaz de opdracht een Marokkaanse journalist in Brussel te observeren en te schaduwen. Kennelijk was het de bedoeling om hem te kunnen beschuldigen van de moord op Khader, om op die manier een vals spoor te creëren en de speurders in de verkeerde richting te sturen (zie verder). Kende Al Ajjaz de echte daders en probeerde hij hen te beschermen?

Safari Club

Een ander onderwerp dat Al Ajjaz blijkbaar interesseerde was de crisis in de Congolese provincie Shaba (Katanga). Na een inval door ‘linkse’ opstandelingen vanuit Angola in 1977 riep dictator Mobutu de hulp in van het Westen. De opstand werd uiteindelijk neergeslagen door Marokkaanse en Egyptische troepen. De interventie werd gefinancierd door Saudi-Arabië en discreet gesteund door de VS, België, Frankrijk en andere westerse landen. Paul Latinus, de WNP-leider die later ‘zelfmoord’ pleegde, beweerde dat hij op vraag van de Saudische ‘journalist’ een dossier had samengesteld over de rol van de Marokkaanse troepen en Israël in de Shaba-operatie.


 De Safari Club groeide uit tot een ‘tweede CIA’, een parallelle versie van de Amerikaanse geheime dienst die volledig ontsnapte aan elke parlementaire democratische controle


In feite, zo kwam pas vele jaren nadien aan het licht, was de interventie in Shaba het werk van de Safari Club. Dat bleek een geheim internationaal samenwerkingsverband van de inlichtingendiensten van Frankrijk, Iran (toen nog onder de sjah), Egypte, Marokko en Saudi-Arabië. De naam verwijst naar de Mount Kenya Safari Club, eigendom van wapenhandelaar Adnan Khashoggi, waar de club voor het eerst vergaderde. De organisatie werd opgericht op initiatief van Alexandre de Marenches, de baas van de Franse geheime dienst SDECE, en was specifiek bedoeld om de communistische invloed in Afrika te bestrijden en om geheime operaties uit te voeren die de CIA (na het Watergate-schandaal) niet meer kon of mocht doen. Vanzelfsprekend bestond er coördinatie tussen de Safari Club, de CIA en de Mossad.

Het is perfect denkbaar dat Al Ajjaz in Brussel actief was in opdracht van de Safari Club, mogelijk zelfs als financier of opdrachtgever van geheime operaties. Volgens kenners groeide de organisatie uit tot een ‘tweede CIA’, een parallelle versie van de Amerikaanse geheime dienst, die volledig ontsnapte aan elke parlementaire democratische controle. Of de Safari Club ooit werd opgedoekt, is onduidelijk. Feit is dat ook na de val van de sjah in Iran (1979) de Safari Club een rol speelde in de Iran-Contra affaire, de geheime wapenleveringen aan Iran waarmee de contra’s in Nicaragua werden gefinancierd. Ook bij de bewapening en financiering van de Afghaanse moedjahedien (en dus bij de start van Al Qaeda), die in de jaren tachtig vochten tegen de Sovjet-bezetting, was de Safari Club nauw betrokken.

Oeps

In de nacht van 25 op 29 oktober 1981 pleegden onbekenden een moordaanslag op Herman Vernaillen, een majoor van de rijkswacht die bezig was met een onderzoek naar de zaak-François, een drugsmokkel waarbij ook rijkswachters betrokken waren. Vernaillen en zijn echtgenote werden geraakt door kogels, maar overleefden de aanslag. Uit een onderzoek van het chassisnummer bleek dat de auto waarvan de daders gebruik hadden gemaakt, een stikdure en opvallende Mazda 626, eigendom was van Al Ajjaz.

Wie de aanslag op Vernaillen heeft gepleegd, is nooit opgehelderd. Maar de verdenkingen gingen sterk in de richting van Madani Bouhouche en Bob Beijer, twee extreemrechtse rijkswachters en freelance geheimagenten, en hun medeplichtigen. Al Ajjaz had zijn auto achtergelaten in de Brusselse garage van André Dehaut, die garageboxen verhuurde aan Bouhouche en Beijer én aan leden van de Bende van Nijvel. Dehaut had vervolgens de auto uitgeleend aan een Congolese cliënt, die hem dubbelparkeerde voor het kantoor van Air Zaïre aan de Louizalaan, met draaiende motor en de sleutels in het contact. Daar werd de Mazda op 16 september 1981 gestolen, vermoedelijk door Thierry Smars, een lid van de bende van Patrick Haemers. Dezelfde dag, maar nog vooraleer de feiten waren gepleegd, had Al Ajjaz aangifte gedaan van de diefstal. Smars pleegde later zelfmoord, Haemers ook.

Dat er van het onderzoek niets terechtkwam, hoeft achteraf geen verbazing te wekken. Bouhouche werd zelf ingeschakeld in het onderzoek, en kreeg dus alle kans om het speurwerk in de war te sturen. Het was ook Bouhouche die de Mazda twee dagen na de aanslag terugvond in een ondergrondse parking. Iemand had een brandblusapparaat leeggespoten in de auto, met als gevolg dat er geen vingerafdrukken werden gevonden. Onder de passagierszetel lag wel een kogelhuls, van hetzelfde type als werd gebruikt bij de aanslag op Vernaillen. In de koffer lag een rol gele plakband, identiek aan het spul dat werd gebruikt bij de mislukte bomaanslag op rijkswachter Guy Goffinon, twee weken voor de moordpoging op Vernaillen.

Wegwezen

Ach, het was niet meer dan een stuntelige poging om de verzekering op te lichten, besloot de correctionele rechtbank. Tijdens zijn proces protesteerde Al Ajjaz omdat volgens hem een belangrijk deel van zijn verklaringen uit het gerechtelijk dossier waren geweerd. “Verklaringen die het hoger belang van de relaties tussen Saudi-Arabië, België en bevriende staten aanbelangen”, preciseerde hij. De rechtbank veroordeelde de Saudiër in juni 1985 tot twee maanden voorwaardelijk. Het was de eerste en enige keer dat Al Ajjaz in aanvaring kwam met het gerecht in ons land.

Maar ondertussen begonnen de media de naam en vooral de sulfureuze reputatie van de Saudische ‘journalist’ beetje bij beetje te ontdekken. Tijd om te verkassen, besloot Al Ajjaz. In de zomer van 1988 verkocht hij al zijn bezittingen in België, zegde de huur op van zijn kantoor in het IPC en verhuisde naar zijn villa in Marbella. De verhuis belette hem niet om af en toe terug te komen naar Brussel en zijn geheime activiteiten voort te zetten op Belgische bodem.

Dat werd echter pas twintig jaar later duidelijk, meer bepaald in 2008, na de arrestatie van de Belgisch-Marokkaanse Abdelkader Belliraj. Zijn aanhouding in Marokko veroorzaakte enige ophef in ons land, want de man die door het Marokkaanse gerecht tot levenslang werd veroordeeld als leider van een jihadistische terreurgroep, had jarenlang allerlei gewelddadige islamistische groepen geïnfiltreerd als informant van de Belgische Staatsveiligheid én voor rekening van een niet geïdentificeerde buitenlandse geheime dienst. Bovendien bekende Belliraj dat hij in de jaren tachtig in Brussel niet minder dan zes politieke moorden had gepleegd of georganiseerd. Die moorden gebeurden volgens hem in opdracht van de Palestijnse terreurgroep van Abu Nidal, een groepering die opereerde vanuit Libië en tot op het hoogste niveau was geïnfiltreerd door de Mossad. Net op het moment dat Belliraj aan zijn reeks aanslagen begon, was Al Ajjaz naar Marbella verhuisd.

Vals spoor

De belangrijkste wapenfeiten van Belliraj waren de dubbele moord op Abdullah Al Adhal, de imam van de Grote Moskee in Brussel (een persoonlijke vriend van Al Ajjaz) en diens assistent, de moord op een klusjesman van de Saudische ambassade in Brussel (het moordcommando vergiste zich van doelwit, eigenlijk wilden ze een Saudische geheimagent ombrengen) en tenslotte de moord op de joodse leider Joseph Wybran. Op 3 oktober 1989, de dag waarop Wybran werd doodgeschoten op de parking van het Brusselse Erasmusziekenhuis, verbleef Al Ajjaz geheel toevallig voor verzorging in datzelfde ziekenhuis. Hij kende het ziekenhuis waar Wybran werkte zeer goed. Ook na de Eurosystem-affaire was de geheimagent actief gebleven als tussenpersoon in de medische sector tussen België en Saudi-Arabië. Zo had hij in 1987 nog onderhandeld met de chef van de cardiologische dienst van dit ziekenhuis om hem te overhalen om zich met zijn volledige ploeg te installeren in Saudi-Arabië.

Helemaal verontrustend is dat Al Ajjaz de centrale organisator bleek te zijn van een gesofisticeerd en professioneel aangelegd vals spoor in het onderzoek naar zowel de dubbele Moskeemoord als de moord op Wybran. Met medewerking van zijn eigen informantennetwerk, de veiligheidsdienst van de ambassade van Saudi-Arabië in Brussel, het hoofdkwartier van de Saudische geheime dienst in Djeddah en enkele bevriende magistraten en politiechefs (die allemaal al dan niet te goeder trouw handelden) fabriceerde Al Ajjaz een gedetailleerd nepspoor naar een in België wonende Libanees, die zogenaamd de moordenaar was maar hoegenaamd niets met de zaak te maken had. Gelukkig kon de Staatsveiligheid de hele constructie tijdig deconstrueren en ontzenuwen. Voor alle details en documenten over deze episode: Apache-dossier Belliraj.

Heeft Al Ajjaz, net zoals in de zaak van PLO-vertegenwoordiger Khader, geprobeerd om de echte terroristen te beschermen? En zo ja, op welk niveau: Belliraj zelf, zijn opdrachtgever Abu Nidal of de Mossad? De kans is miniem dat er ooit een antwoord komt op die vragen.

http://collections2.banq.qc.ca/jrn03/devoir/src/1974/02/05/5226335_1974-02-05.pdf

(...)



(...)

https://www.slideshare.net/thierrydebels/de-foute-contacten-van-prins-albert

De foute contacten van prins Albert

Prins Albert komt als prinselijk handelsreiziger in de jaren zeventig en tachtig met veel mensen in contact. Zo heeft hij zeker een ontmoeting met Faez Al Ajjaz. Er is zelfs een materieel bewijs. ‘Toen we bij Faez Al Ajjaz een huiszoeking deden en een foto vonden van hem met prins Albert, broederlijk naast elkaar in de sofa, wisten wij dat het onderzoek voor ons was afgelopen’, vertelt een ex-BOB’er in het kader van een onderzoek. Niet dat de ex-BOB'er Albert in verband wil brengen met duistere zaken. Maar een zekerheid had hij wel. Hij en zijn collega waren door hun onderzoek naar de onderwereld wellicht een gevaar geworden voor de bovenwereld. Wie is Faez Al Ajjaz ?

Volgens onderzoeksjournalist Georges Timmerman een Saoedische geheimagent. Auteur Guy Bouten vult aan: ‘Faez werd in 1922 geboren in Damascus. Zijn bijnaam luidde “Sirocco”, naar de hete, droge woestijnwind die de nomaden schele hoofdpijn en slapeloosheid bezorgt. Hij was overal aanwezig waar er geld te verdienen viel en kluste voor het Saoedische vorstenhuis, de Syrische president Assad, de CIA en de Mossad. In het IPC beschikte hij over een bureau waar hij volgens enkele van mijn (Guy Bouten, td) collega's grote sier hield. Zijn cover daar was het correspondentschap van een Arabische krant van het Franse persagentschap AFP. Faez was een echte duizendpoot. Hij startte zijn spionnencarrière in Beiroet als advocaat en correspondent voor diverse bladen waaronder Nouvel Europe Magazine waardoor hij Emile Lecerf en baron de Bonvoisin leerde kennen. Hij trouwde met iemand van de beroemde familie Krupp en bezat een villa in Marbella, de mondaine badplaats waar tal van Arabische prinsen verpozing zochten. Later kocht Faez het wapenblad AMI van Boas en VDB. Hij doopte het om tot Fire met Christian Tavernier als hoofdredacteur. In juli 1981 maakte Faez via Emile Lecerf kennis met Paul Latinus.’

Een andere bron: ‘Faez Al Ajjaz is een Syriër die in 1970 als journalist in Brussel kwam wonen, maar al snel moet de journalistiek wijken voor minder frisse bezigheden. Volgens een rapport onderhoudt hij contacten met extreem-rechtse middens en is hij betrokken bij trafieken, onder meer met diamanten uit het toenmalige Zaïre. Zijn wagen werd gebruikt bij de aanslag op rijkswachtmajoor Vernaillen in Hekelgem. Al Ajjaz is een kennis van Van Baelen en Bouhouche. Daarnaast wordt zijn ook dikwijls genoemd in het onderzoek naar Westland New Post.’

Wat de exacte relatie was tussen Albert en Faez Al Ajjaz, is nooit helemaal uitgeklaard. De meest plausibele theorie is dat Al Ajjaz de prins gebruikte om zich in te dekken en dat hij hierin meesterlijk geslaagd is. Is er een verband tussen de Bende van Nijvel en de zogeheten Roze Balletten?

Een ex BOB-er: ‘Het web rond personen zoals Madani Bouhouche of Faez Al Ajjaz is zo groot en er zitten zo'n belangrijke personen tussen, dat het ononderzoekbaar is.’

Auteur Guy Bouten in De bende van Nijvel: ‘Jean-Pierre van Rossem heeft mij ooit zakelijke transacties en boekhoudkundige transfers laten zien tussen prins Albert en de Nederlandse prins Bernard. Het waren beleggingen met winsten uit de drugshandel. Adjudant Goffinon toonde me eens een foto van prins Albert met Hage Maroun, een van de belangrijkste voormannen van de christelijke Falangisten uit Libanon in Brussel en een notoir wapen- en drugshandelaar. Ik geloof zelfs dat hij aan de heroïne zat.’ Vreemd genoeg zal prins Laurent later eveneens contact hebben met die Falangisten.


Prins Laurent, rebel met een reden, T.Debels, Houtekiet, 2011.

Si je comprends bien, l'homme clef pourrait être lui. Liens avec les terroristes palestiniens, ESH, Beijer, le Wnp, etc....

Quelle pelote!

Oui, mais il est improbable qu'il aurait été un agent secret au service des Saoudiens.

Il a fait tuer des Saoudiens, et pas n'importe lesquels (l'Imam de la Grande Mosquée du Cinquantenaire et son adjoint).

Syrie, Libie, Abou Nidal et même l'instrumentalisation de l'extrême droite pointent plutôt dans la direction du Bloc de l'Est à cette époque (Stasi etc.).

HERVE a écrit:

A noter aussi : Faez al Ajjaz avait une épouse allemande issue de la famille Krupp ...

La famille KRUPP n'est plus aux commandes parce que l’héritier KRUPP à renoncé à son héritage et c'est Berthold Beitz (1913-2013) qui pilote la fondation qui regroupe tous les intérêts de la compagnie ....  



Beitz est né en 1913 à Zemmin , dans la Poméranie occidentale qui  fera partie du Land de "Mecklembourg" est créé en 1945 par les autorités soviétiques d'occupation qui disparaît dès 1952 avec la réforme territoriale menée par la République démocratique allemande (RDA) qui le remplacé par les districts de Neubrandenbourg, de Schwerin et de Rostock.
C'est, à l'époque de la RDA, un lieu très prisé des vacanciers d'Allemagne de l'Es.

Il a commencé sa carrière en tant que banquier à la "Pommersche Bank" de Stralsund et a commencé à travailler pour la Shell Oil Company à Hambourg en 1938.
Après l'invasion et l'occupation de Borysław par l'Allemagne en juillet 1941, Beitz fut chargé de superviser la Carpathian Oil Company, exploitant les champs pétrolifères de Borysław , dans l'actuelle Ukraine
Après la guerre, Beitz est devenu le chef d’Iduna, une compagnie d’assurances.
En 1958 il se trouve à l'expo de Moscou pour représenter les industrie KRUPP
"
En 1966, l’héritier Arndt KRUPP (1938-1986) est gentiment poussé dehors et renonce à son héritage en échange d'une pension annuelle de 2 millions de DM (1.712.184 euro/an, soit 142 682EUR/mois actuels) et ce qui lui permet de fréquenter la "jet-set" d'une façon assez confortable.
En 1967, à la mort d'Alfried, Krupp passe sous le contrôle de la fondation "Alfried Krupp von Bohlen und Halbach-Stiftung", qui regroupe tous les intérêts de la compagnie (puisque l'héritier à renoncé a ses droits).

En 1972, la firme participe à la construction du stade des Jeux olympiques de Munich en fournissant le toit en acier.
Le matin du 5 septembre 1972, un groupe de terroristes palestiniens du mouvement Septembre noir s'introduisit dans le village olympique et c'est la prise d'otage de 11 athlètes israéliens. qui tourne mal (les 11 athlètes tués, en plus des 5 terroristes et d'un policier ouest-allemand)

La fondation KRUPP est pilotée par Berthold Beitz jusqu'en 1989.

Michel a écrit:

Si je comprends bien, l'homme clef pourrait être lui. Liens avec les terroristes palestiniens, ESH, Beijer, le Wnp, etc....

Apparemment, a mon sens c'est plus un businessman qu'on peut le trouver là où il y a de l'argent facile à se faire, qui apprécie les gens influents  et pour qui l'argent n'a pas d'odeur....

si Faez Al Ajjaz est né en 1922 à Damas (Syrie) il doit être dcd.

Latinus a prétendu que Al Ajjaz lui avait demandé de surveiller et de photographier les agissements d'un journaliste arabe du nom de Ben Ayich (cité dans l'enquête sur le meurtre de Naim Khader). Episode fort nébuleux d'ailleurs.

Qui était ce journaliste?

michel a écrit:

Latinus a prétendu que Al Ajjaz lui avait demandé de surveiller et de photographier les agissements d'un journaliste arabe  du nom de Ben Ayich (cité dans l'enquête sur le meurtre de Naim Khader). Episode fort nébuleux d'ailleurs.

Qui était ce journaliste?

Une page "cache" qui subsiste sur GGL. Le site web a été effacé
Ca doit être un fond d'archive
http://www.cegesoma.be/docs/Invent/AA_1936_LeGrevePierre.pdf

Citation :

Page 1
CEGES / Centre d'études et de documentation "Guerres et sociétés contemporaines"
AA 1936
FONDS Pierre LE GREVE
M.MOMBEEK

.../...
Pierre Le GREVE et les DROITS de l'HOMME
.../...

Page 20

J. MAROC [Royaume du Maroc (en ar. al-Maghrib)]
J.1. Correspondance de P. LE GREVE. Interventions au profit de ressortissants Marocains – confidentiel (1 portefeuille par pièce)
(portefeuille au nom de…)

259 BEN AYICH - 1978

C'est donc probablement un journaliste marocain
A cette époque c'est la guerre du Sahara occidental qui s'est déroulée entre 1975 et 1991.
En août 1979, la Mauritanie se retire du sud du Sahara occidental en vertu d’un accord de paix signé avec le Front Polisario. L’armée marocaine se déploie aussitôt sur la totalité du territoire.

Après le début du soulèvement en Algérie par le Front de libération nationale (FLN), Le Grève fonda en 1955 un Comité pour la paix et Algérie , une couverture destinée au soutien de la Belgique aux rebelles. Les services secrets français combattaient les aides belges du FLN et plusieurs d'entre eux ont été assassinés. Le Grève a également échappé à une attaque. Le 12 mars 1962, il organise à Bruxelles une réunion qui rencontre un vif succès et prend la parole devant Jean-Paul Sartre .
Il collabore avec Ernest Mandel et crée avec lui l'hebdomadaire La Gauche  à la fin de 1956.
Cela n’a pas été apprécié par le Parti socialiste belge, qui a finalement exclu les rédacteurs de ce magazine du parti à la fin de 1964.
En 1965, (1) Trotsky réussit à fonder le Parti wallon des travailleurs en Wallonie (2) et l' Union socialiste de Bruxelles à Bruxelles. Dans le district de Bruxelles, un cartel a été conclu avec le Parti communiste et Le Grève a été élu aux élections législatives. Il remplit son mandat jusqu'en 1968.

Au parlement, il intervint au sujet des droits des étrangers, pour la défense des mines du Limbourg, contre les colonels grecs et leur coup d'Etat (voir l'affaire CVH) et contre l'établissement de l' OTAN en Belgique. Par la suite, avec quelques efforts, il redevint enseignant dans un athénée de Bruxelles.
Vers 1975, il met fin à ses activités militantes, entravées par des problèmes de santé. Cependant, il a déclaré rester fidèle à ses idéaux trotskystes.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pierre_Le_Grève

(1)Ce qui est inexact puisque Léon Trotski est mortellement blessé le 20 août 1940 au Mexique (il mourra le lendemain) par un Espagnol, Ramón Mercader, que l'on soupçonne – non sans raison – d'être un agent de la Guépéou. (Le Guépéou (ou GPU)  = la cheka qui fut intégrée en 1934 au Commissariat du peuple aux affaires intérieures (NKVD).

Ce qui est aussi intéressant c'est que Léon Trotski séjourne en France de juillet 1933 à juin 1935, d'abord à Saint-Palais-sur-Mer, près de Royan, puis à Barbizon près de Paris et enfin à Domène près de Grenoble, (de juillet 1934 à juin 1935). Expulsé à nouveau, il trouve refuge en Norvège (et tout le monde sait que ca se trouve à côté de la Suède).

(2) Ca pourrait expliquer pourquoi les CCC s'en sont pris aux wallons et ce qui veut dire que la Tchéka tirerait pas uniquement sur les ficelles

Re: Belliraj et les tueurs du brabant   Belliraj et les tueurs du brabant - Page 9 EmptyHier à 6:03 Sélectionner/Désélectionner multi-citation Répondre en citant Editer/Supprimer ce message


16 avril 1979: en Belgique, une équipe terroriste palestinienne jette des grenades dans le salon de l'aéroport de Zaventem à Bruxelles dans le cadre d'une attaque dirigée contre des passagers israéliens. L’agression jihadiste a fait 12 blessés.
Les travailleurs de l'aéroport ont capturé les quatre terroristes et les ont remis aux autorités belges. Il s'avère que la grève islamique était prématurée car l'avion El Al n'avait pas encore laissé ses passagers débarquer et entrer dans le salon de l'aéroport où la mitraillette brandissant des terroristes s'était positionnée.
Une organisation terroriste palestinienne jamais appelée auparavant, baptisée "Marche noire", en a revendiqué la responsabilité. La référence à la Marche noire semble indiquer que le groupe a été formé pour s'opposer à la signature le 26 mars du traité de paix israélo-égyptien. Deux Palestiniens, Hoseini Rad Mahoud, 3l, et Dayekh Khaled Dokh, 26 ans, ont avoué leur intention de tuer autant de passagers que possible d’El Al. Ils ont été reconnus coupables de tentative de meurtre le 16 août et condamnés à huit ans chacun.

https://forum.davidicke.com/showthread.php?t=146174&page=4

???
L'expulsion de 1975, appelée également la « Marche noire » par les expulsés marocains, a été lancée le 18 décembre 1975 par le président algérien Houari Boumédiène, afin d'expulser en 48 heures des dizaines de milliers de Marocains résidant en Algérie, parfois depuis plusieurs générations5.

Selon La Gazette du Maroc : d'une part « la décision est intervenue en réaction à la [M]arche verte décrétée par [...] Hassan II »4 ; d'autre part Boumédiène a pris sa décision après concertation avec Abdelaziz Bouteflika, ministre des Affaires étrangères à l'époque, et le Conseil de la révolution algérienne composé entre autres du général Larbi Belkheir et de Chadli Bendjedid
Expulsion des Marocains d'Algérie

En juillet 2005, l'Association pour la défense des Marocains expulsés d'Algérie (ADMEA) est créée à Nador dans le but...
2009(...)
Le 18 janvier 2012, la sénatrice belge d'origine marocaine, Fatiha Saïdi, dépose une « proposition
(...)
Le 3 janvier 2013, la Ligue marocaine pour la défense des droits de l'homme (LMDDH) rejoint officiellement la cause des Marocains ...
(...)
exigent « des excuses explicites de la part de l'État algérien et l'ouverture des frontières entre les deux pays »

https://fr.wikipedia.org/wiki/Expulsion_des_Marocains_d%27Alg%C3%A9rie

.
https://books.google.be/books?id=3ZvjAAAAMAAJ&q=Faez+al+ajjaz&dq=Faez+al+ajjaz&hl=fr&sa=X&ved=0ahUKEwjqwoCCo5TlAhXRPsAKHRxwAo8Q6AEIUzAH

Afrique-Asie

Société d'Éditions Afrique, Asie, Amérique Latine, 1985




A la tète de cette bande se trouve M. Bonza, attaché à l'ambassade du Zaïre », indiqua le Saoudien. Selon lui, Bonza se livrait au "trafic d'or, de diamants et de mercure rouge enrichi". « Dans la bande, celui qui transportait la marchandise entre le Zaïre et Bruxelles n'était autre que le pilote personnel du président, qu'on surnomme le "grand-père" , précisait encore Faez al-Ajjaz. J'ai eu les premiers soupçons de tout cela quelques mois avant le vol de ma voiture, lors d'un entretien entre M. Bonza et un prétendu oncle du président zaïrois

_ _ _ _ _ _

Africa Diary  (1985)



_ _ _ _ _ _

Loden jaren: De Bende van Nijvel gekaderd
De Paul Ponsaers




.

https://www.humanite.fr/node/61522

Qui est à l'origine du tract abject des Hauts-de-Seine ?

Lundi 16 Août 1993

Quels sont les auteurs du torchon antisémite qui inonde depuis plusieurs semaines certains quartiers des Hauts-de-Seine, notamment à Clichy et à Levallois? Hier, «le Journal du dimanche» révélait que l'un des deux préfaciers des «Protocoles des sages de Sion», ce faux du XIXe siècle qui a inspiré ce tract scandaleux (voir «l'Humanité» du 13 août), serait un membre des services secrets de l'Arabie Saoudite. Rien d'étonnant de la part d'un pays dont les services officiels, jusque dans les années soixante-dix, distribuaient ce classique de l'antisémitisme à leurs visiteurs.

A l'origine du tract, se trouverait Faez al-Ajjaz, un journaliste qui, né en 1922 à Damas, «appartiendrait à la famille du roi Fahd». Selon le «JDD», cet agent est «réfugié depuis la fin des années quatre-vingt à Marbella, en Espagne, dans une villa proche de celle du roi», d'où il multiplierait des «missions occultes en Europe».

_ _ _

Pour information sur les "Protocoles des Sages de Sion" :

https://www.franceculture.fr/emissions/mecaniques-du-complotisme?actId=ebwp0YMB8s0XXev-swTWi6FWgZQt9biALyr5FYI13OqMyvfbROXKcg2COrpmx1jG&actCampaignType=CAMPAIGN_MAIL&actSource=607219#xtor=EPR-2-[LaLettre03092020]

Loden jaren: De Bende van Nijvel gekaderd
Paul Ponsaers

https://pnws.be/faez-al-ajjaz-de-belangrijkste-spin-in-het-bendeweb/




(traduction)

Faez Al Ajjaz : la principale araignée dans la toile des tueries

Thierry Debels le Dec 11, 2022


En 1967, peu avant la guerre des Six Jours entre Israël et ses voisins arabes, le roi Baudouin offre la Grande Mosquée au roi saoudien Fayçal. C'était un cadeau empoisonné, comme nous le verrons plus tard.

Georges Timmerman : "Pour gérer ces travaux de rénovation, le régime saoudien a envoyé à Bruxelles, en 1970, un haut responsable de ses services secrets : Faez Al Ajjaz. Sous couvert de journalisme, ce personnage a résidé sans encombre dans notre capitale pendant (presque) 30 ans, malgré son implication dans une longue série d'activités louches, voire carrément illégales : trafic d'armes, agressions contre des policiers, espionnage, financement d'un groupe néo-nazi et obstruction à des enquêtes judiciaires. Al Ajjaz a laissé derrière lui une large traînée de confusion, de perturbation et de destruction, et les effets de son sale 'héritage' se font sentir jusqu'à ce jour."

Comme il sied à un bon espion, on connaît peu de détails biographiques à son sujet. Né en 1922 à Damas, la capitale syrienne, il possédait des passeports syrien et saoudien. Marié à une descendante allemande de la famille Krupp. Son frère était pilote dans l'armée de l'air syrienne. Il était connu comme un confident de la cour saoudienne. Selon une source, il aurait même géré une partie des actifs de cette cour.

On sait avec certitude qu'il a travaillé pour les services secrets saoudiens grâce à des fuites de rapports de la Sûreté de l'État, un service qui lui a donné le nom de code Sirocco. (voir ci-dessous)

Dans 2 notes 'Sirocco' de la Sûreté de l'Etat (87 et 89), il est suggéré que les pots-de-vin de Eurosystem Hospitalier auraient été finement ciblés pour financer l'extrême-droite.

Selon d'autres sources, il était même le chef du service saoudien pour toute l'Europe occidentale. Dans le même temps, il a également travaillé pour d'autres agences de renseignement occidentales. Avant de venir en Belgique, Al Ajjaz aurait été avocat et journaliste pendant des années au Moyen-Orient et dans les États du Golfe, où il entretenait des liens étroits avec des islamistes et des terroristes palestiniens au Liban.

Timmerman : "En 1967, Al Ajjaz a écrit une introduction à la réédition en français des "Protocoles des Sages de Sion", un livre violemment antisémite sur une conspiration mondiale juive fictive, publié par les Presses Islamiques à Beyrouth. Le livre, tiré à 200 000 exemplaires, était apparemment destiné à la propagande contre Israël." Al Ajjaz est décrit comme antisémite et anti-Israël.

Une source : "C'est vraiment vrai ? Faez a collaboré avec le Mossad." Donc le fait qu'il soit antisémite était une couverture parfaite.

Des journalistes français en visite en Arabie saoudite avec le ministre français des affaires étrangères en 1974 se sont vu remettre un exemplaire de ce livre, cadeau personnel du roi Faisal, avec le message qu'il s'agissait de "la littérature préférée du roi". Plus tard encore, Al Ajjaz se présentera comme un opposant enragé d'Israël, notamment au bar du Centre de presse international (CPI) du boulevard du Cinquantenaire à Bruxelles. Timmerman également : "Une pose ou un moyen d'accéder aux cercles gaucho-progressistes ?".

Faez Al Ajjaz semblait disposer d'amples ressources financières à Bruxelles. Il s'installe dans un appartement cossu, d'abord sur le boulevard Saint-Michel, puis sur le boulevard Léger, chaque fois près de la place Montgomery à Bruxelles, qu'il loue pour l'équivalent de 2 000 euros par mois.

Il conduisait des voitures de luxe extrêmement coûteuses et possédait une belle villa à Marbella, en Espagne. Au fil du temps, il noue des relations dans les cercles les plus élevés, notamment avec le prince Albert (futur roi Albert II), l'homme politique Paul Vanden Boeynants et son bras droit, le baron Benoît de Bonvoisin. Cette amitié prendra fin après l'échec d'une transaction commerciale (voir ci-dessous).

Marcel Barbier a déclaré que lorsqu'il était dans la maison de Faez, où il répondait parfois au téléphone, il a croisé le Prince Albert, qui est rapidement parti par une autre porte lorsqu'il l'a vu. Marcel Barbier a déclaré que Faez Al faisait même parfois attendre Vanden Boeynants au téléphone, ou le faisait rappeler si cela ne lui convenait pas à ce moment-là. Ça nous dit quelque chose sur le poids de Faez. Puisque Faez Al Ajjaz semble bien connaître le dossier Eurosystem Hospitalier, il semble plausible que les contacts Faez-VDB s'inscrivent dans ce cadre.

À un journaliste de l'époque, l'un des deux gendarmes (Bihay ou Balfroid) s'est exprimé autrement : "Lorsque nous avons perquisitionné le domicile de Faez Al Ajjaz et que nous avons trouvé une photo de lui avec le Prince Albert, fraternellement côte à côte dans le canapé, nous avons su que l'enquête était terminée pour nous." Non pas que l'ex-BSR ait voulu lier notre roi actuel au trafic d'armes. Mais il avait une certitude. Lui et son collègue auraient pu devenir un danger pour le monde supérieur grâce à leur enquête sur la pègre. Après tout, qu'est-ce qui ne se passait pas dans la sale Belgique de l'époque ? Et dans le monde ?

Et l'avocat Jean Violet a entretenu des contacts étroits avec des personnalités telles que Sanchez-Bella, Carlo Pesenti, François Vallet, Antoine Pinay, Otto von Habsburg, Franz Josef Strauss ainsi qu'avec les Belges de Bonvoisin et Florimond Damman, le roi d'Arabie saoudite Fayçal, et avec le journaliste saoudien Faez El Ajjaz. Les mondes supérieur et inférieur s'y rencontraient.

Parallèlement, Faez entretient un réseau de plus de 30 informateurs rémunérés, dont d'anciens mercenaires, des fonctionnaires, des gendarmes et des personnalités d'extrême droite, qui lui fournissent des rapports écrits sur tout ce qui l'intéresse.

Selon le ministre de la Justice de l'époque, Jean Gol, se basant sur un rapport de la Sûreté de l'État, Al Ajjaz était l'un des personnages clés d'une importante livraison d'armes de la Belgique aux milices phalangistes du Liban en 1975, pour un montant de plusieurs milliards de francs. La transaction s'est faite par l'intermédiaire d'un associé à Beyrouth du marchand d'armes notoire Adnan Khashoggi.

À Marbella, Paris et Bruxelles, Al Ajjaz a travaillé avec les principaux acteurs du marché international des armes, comme Khashoggi, en servant d'intermédiaire entre les princes saoudiens et les principaux fournisseurs de défense en Europe et aux États-Unis.

En 1982, par exemple, un de ses garçons de courses belges (Paul Latinus) s'est rendu à Paris pour récupérer un chèque d'un million de dollars émis par le marchand d'armes libanais Walid Koreitem au nom d'Al Ajjaz.

Timmerman : "Koreitem appartenait au cercle restreint des agents saoudiens de l'entourage de Khashoggi, tout comme Akram Ojjeh, Samir Traboulsi et d'autres clients du réseau de luxe de Madame Tuna, la maquerelle prostituée qui s'est retrouvée dans l'affaire Eurosystem, le scandale des pots-de-vin autour de la construction d'hôpitaux militaires en Arabie saoudite."

Latinus a reçu à Paris un chèque d'un million de dollars de Wali Korreiten pour Faez par l'intermédiaire d'une banque suisse. Latinus a dit avoir travaillé sur des dossiers sur l'OLP et le Congo pour Faez. Il a été payé pour ça.

Après l'éclatement du scandale Eurosystem en 1979, il est apparu qu'Al Ajjaz avait également joué un rôle crucial, mais jamais clarifié, dans cette affaire. Il a lui-même affirmé que son rôle se limitait à la défense des intérêts de la famille royale saoudienne. C'est ce qui ressort du rapport de la Sûreté de l'Etat. Selon le rapport de la Sûreté de l'Etat, Faez était le personnage central.

Après tout, l'homme qui avait signé le contrat avec le consortium belge Eurosystem, en tant que commandant de la Garde nationale saoudienne, était le prince Abdullah, le défunt roi (décédé l'année dernière). Mais peut-être qu'il y avait plus que ça. Car Al Ajjaz travaillait également avec Elias El Turk, un politicien phalangiste libanais qui était également directeur de EHS Health Testing Center, une filiale de Eurosystem à Beyrouth qui ne servait que de conduit pour des flux d'argent obscurs et donc de canal de distribution possible pour l'argent de la corruption.

Dans la première moitié des années 1980, alors que les balles des insaisissables tueurs du Brabant et les bombes des CCC d'extrême gauche volent dans tous les sens, Al Ajjaz finance également le Westland New Post (WNP) (en mission ?). Après tout, derrière le WNP se cachait une autre organisation.

Le WNP fonctionnait comme un service de renseignement parallèle et semblait se préparer à des attaques terroristes. À la demande d'Al Ajjaz, par exemple, les agents du WNP ont volé de grandes quantités de télex secrets de l'OTAN contenant toutes sortes d'informations militaires ultra-sensibles.

Un autre projet qui pourrait provenir du carquois d'Al Ajjaz consistait à faire infiltrer un certain nombre de membres du WNP dans les réseaux terroristes du colonel libyen Kadhafi. Ils devaient être recrutés dans des camps d'entraînement en Libye, afin de pouvoir ensuite éliminer ces réseaux d'un seul coup. Le projet n'a pas abouti car les militants n'avaient pas confiance dans l'entreprise. Plusieurs membres du WNP ont été engagés par Al Ajjaz comme chauffeurs, gardes du corps, secrétaires, convoyeurs de fonds, déménageurs, détectives privés ou informateurs.

Une source : "Al Ajjaz a préfinancé les frais de voyage vers le camp d'entraînement en Libye pour les recrues du WNP".

La police a également trouvé le numéro de téléphone de Faez à Bruxelles dans le carnet d'adresses de Willy Pourtois, un marchand d'armes qui a séjourné à la prison de Nivelles pour trafics illégaux d'armes, dont l'un a été commandé par Tchtilianov, attaché de l'ambassade de Bulgarie à Bruxelles.

Et puis il y a le rôle de Carl Armfelt. Ferry Hoogendijk affirme n'avoir jamais rencontré Carl Armfelt en personne, mais selon le journaliste Jan Portein, le chef de la LPF "a assisté à plusieurs réunions au milieu des années 1970 dans la ville d'Eede, en Flandre zélandaise, près de la frontière belge, auxquelles Armfelt était présent, aux côtés du "journaliste" saoudien et marchand d'armes Faez Al Ajjaz, basé à Bruxelles, d'un ancien ministre de la défense néerlandais et d'un groupe hétéroclite de représentants britanniques, allemands, suédois et israéliens du monde de l'ombre". Le commerce des armes était le principal sujet de discussion lors de ces réunions, selon M. Portein. Faez a également participé à une transaction d'uranium à Chypre dans les années 1980.

Les messages enregistrés pour Faez mentionnaient les noms de banques belges et luxembourgeoises, des livraisons d'armes au Liban et des affaires en Espagne. Par exemple, il possédait un restaurant à Marbella. Il a également reçu des appels téléphoniques de Vanden Boeynants.

Entre autres choses, le grand espion saoudien semblait également très intéressé par l'assassinat de Naïm Khader, le représentant de l'Organisation de libération de la Palestine (OLP) à Bruxelles. A la demande des Saoudiens - et bien contre la volonté des Américains et des Israéliens - les autorités belges avaient accepté d'ouvrir un bureau de l'OLP, une ambassade officieuse à Bruxelles, en 1976. Mais le 1er juin 1981, Khader a été abattu dans la rue alors qu'il quittait son domicile à Ixelles. Le coupable n'a jamais été trouvé. Les soupçons se sont portés sur le groupe terroriste palestinien dissident Abou Nidal et/ou les services secrets israéliens du Mossad.

Les agents du WNP ont été chargés par Al Ajjaz d'observer et de suivre un journaliste marocain à Bruxelles. Timmerman : "Apparemment, l'intention était de pouvoir l'accuser du meurtre de Khader, afin de créer une fausse piste et d'envoyer les enquêteurs dans la mauvaise direction. Al Ajjaz connaissait-il les vrais coupables et essayait-il de les protéger ?"

Un autre sujet qui a apparemment intéressé Al Ajjaz est la crise dans la province congolaise de Shaba (Katanga). Après l'invasion de l'Angola par des insurgés "gauchistes" en 1977, le dictateur Mobutu a demandé l'aide de l'Occident. La rébellion a finalement été réprimée par les troupes marocaines et égyptiennes. Timmerman : "L'intervention a été financée par l'Arabie saoudite et soutenue discrètement par les États-Unis, la Belgique, la France et d'autres pays occidentaux. Paul Latinus, le leader du WNP qui s'est ensuite "suicidé", a affirmé avoir constitué un dossier sur le rôle des troupes marocaines et d'Israël dans l'opération du Shaba à la demande du "journaliste" saoudien."

Timmerman ajoute : "En fait, on ne l'a su que bien des années plus tard, l'intervention au Shaba était l'œuvre du Safari Club." Il s'agissait en fait d'une alliance internationale secrète entre les services de renseignement de la France, de l'Iran (alors dirigé par le Shah), de l'Égypte, du Maroc et de l'Arabie saoudite.

Le nom fait référence au Mount Kenya Safari Club, propriété du marchand d'armes Adnan Khashoggi, où le club s'est réuni pour la première fois. Fondé à l'initiative d'Alexandre de Marenches, le patron du SDECE, le service secret français, il a été spécifiquement conçu pour lutter contre l'influence communiste en Afrique et mener des opérations secrètes que la CIA (après le scandale du Watergate) ne pouvait plus ou n'était pas autorisée à faire. Inutile de dire qu'il y avait une coordination entre le Safari Club, la CIA et le Mossad.

Faez Al Ajjaz était le voisin de Khashoggi, puis de Léon Deferm (qui a acheté la maison) à Marbella.

Des filles du réseau (de Fortunato Israël), en compagnie de VDB et de ses amis, dont Roger Boas, étaient également en vacances au Kenya, où (Adnan) Khashoggi possède le Mount Kenya Safari Club.

Timmerman : "Il est parfaitement concevable qu'Al Ajjaz ait été actif à Bruxelles à la demande du Safari Club, peut-être même en tant que financier ou commissaire d'opérations secrètes. Selon les experts, l'organisation est devenue une "seconde CIA", une version parallèle des services secrets américains, qui a totalement échappé à tout contrôle démocratique parlementaire. Il est difficile de savoir si le Safari Club a été dissous. Le fait est que, même après la chute du Shah en Iran (1979), le Safari Club a joué un rôle dans l'affaire Iran-Contra, les livraisons secrètes d'armes à l'Iran qui ont financé les Contras au Nicaragua. Le Safari Club a également été étroitement impliqué dans l'armement et le financement des moudjahidines afghans (et donc le début d'Al-Qaïda), qui ont combattu l'occupation soviétique dans les années 1980."

Dans la nuit du 25 au 29 octobre 1981, Bob Beijer et Dany Bouhouche ont tenté d'assassiner Herman Vernaillen, un major de la gendarmerie qui enquêtait sur l'affaire François, un trafic de drogue impliquant également des gendarmes. Vernaillen et sa femme ont été touchés par des balles mais ont survécu à l'attaque. L'examen du numéro de châssis a montré que la voiture utilisée par les auteurs, une Mazda 626 marquante, appartenait à Al Ajjaz.

Al Ajjaz avait laissé sa voiture dans le garage bruxellois d'André Dehaut, qui louait des box à Bouhouche et Beijer ainsi qu'aux tueurs du Brabant. Dehaut avait alors prêté la voiture à un client congolais, qui l'avait garée en double file devant les bureaux d'Air Zaïre, avenue Louise, le moteur tournant et les clés sur le contact. Là, la Mazda a été volée le 16 septembre 1981. Le même jour, mais avant que les faits ne soient commis, Al Ajjaz avait signalé le vol.

Bob Beijer a expliqué à l'auteur Guy Bouten comment une fausse piste a été mise en place avec la Mazda volée de Faez Al Ajjah à l'époque. Le vol de la voiture et, par là même, l'attentat contre Vernaillen, avaient pour but d'exercer un plus grand contrôle sur Al Ajjaz, le reléguant de protagoniste à co-acteur. Sa réaction n'a pas menti non plus. Quand il a entendu parler de la voiture, il a simulé une crise cardiaque.

Au cours de l'été 1988, Faez vend tous ses biens en Belgique, résilie le bail de son bureau à l'IPC et s'installe dans sa villa de Marbella. Ce déménagement ne l'empêche pas de revenir occasionnellement à Bruxelles et de poursuivre ses activités secrètes sur le sol belge.

Plusieurs documents ont disparu du dossier des tueries. Parmi les documents manquants figurent les procès-verbaux relatifs à l'affaire Faez Al Ajjaz susmentionnée. Compte tenu des faits, ce n'est pas vraiment une surprise.

_ _ _



_ _ _



_ _ _



_ _ _



_ _ _

https://pnws.be/operatie-siroco-smeergeld-van-esh-bestemd-voor-extreem-rechts/




(traduction)

Opération Siroco : des pots-de-vin de Eurosystem Hospitalier (ESH) destinés à l'extrême droite

Écrit par Thierry Debels le 12 déc, 2022

La Sûreté de l'Etat a compilé plusieurs rapports sur Faez Al Ajjaz dans la seconde moitié des années 1980 (87 et 89). A la Sûreté de l'Etat (B.5/C), cette homme curieux porte le nom de code "Siroco".

Dans le dossier de Eurosystem Hospitalier (ESH), il est certain que des pots-de-vin ont été versés. Selon la Sûreté de l'Etat, une partie de ces pots-de-vin a servi à financer l'extrême-droite.

Selon ces rapports, Al Ajjaz entretient également de bonnes relations avec Christian Tavernier (1937). Ce dernier est un ancien colonel de l'armée belge, puis chef mercenaire au Katanga (Congo), et ami proche de Bob Denard.

Il aurait également été actif en tant que chasseur de primes et agent secret pour la Sûreté française, le Mossad et la CIA. Certaines sources mentionnent que Tavernier était membre de l'OAS, l'Organisation Armée Secrète d'extrême droite (dont les membres comprenaient Christian Elnikoff, Jean-Francis Calmette et probablement Luciano Bender).

À l'époque, Tavernier était rédacteur en chef du magazine d'armes AMI, un magazine appartenant à Paul Vanden Boeynants et à l'omniprésent Faez Al Ajjaz. Le magazine a ensuite été rebaptisé Fire (voir rapport ci-dessous). Selon Georges Timmerman, Tavernier était également en contact avec le tueur à gages Abdelkader Belliraj et d'autres membres de son commando d'assassins. C'est d'ailleurs Tavernier lui-même qui, dans les attaques de Belliraj, a créé les fausses pistes et trompé les forces de police pendant des années.

Entre autres, Tavernier était régulièrement appelé par les Américains pour monter des opérations militaires en faveur de Mobutu. Il a notamment dirigé la très meurtrière "Légion blanche", composée principalement de Serbes et censée maintenir Mobutu au pouvoir par tous les moyens. Tavernier était également en contact régulier avec l'homme du Mossad Juan Borges et le "top cop" Frans Reyniers. Tavernier est aussi dans le schéma de Paul Latinus (WNP).

En 1995 encore, Tavernier a tenté d'utiliser les Chevaliers de l'Ordre de Malte pour financer, sous couvert d'aide humanitaire, une opération militaire au Sud-Soudan. Le projet "Restore hope" était censé venir en aide aux chrétiens opprimés et repousser l'islam. La véritable intention de Tavernier (et de ses commanditaires) était de déstabiliser la région en lançant des attaques depuis le Congo et l'Ouganda. L'Ordre de Malte a démenti son soutien à cette opération douteuse.

Bert Espeel dans son mémoire de maîtrise : "Au Congo, (Laurent-Désiré) Kabila a fait former son armée rebelle par International Defense and Security (IDAS), tandis que Mobutu était à l'écoute de l'OE. L'accord ayant échoué, il a eu recours à une bande de Serbes meurtriers, dirigée par un Belge, Christian Tavernier. Le groupe hétéroclite se faisait appeler "Légion blanche" et bénéficiait du soutien indirect du gouvernement français. Les mercenaires, qualifiés d'incompétents sur le plan militaire par un commandant congolais, ont été débordés par les rebelles. Mobutu a été évincé, Kabila a pris sa place."

En octobre 1996, des milices rwandaises et ougandaises ont envahi ce qui était alors le Zaïre et la guerre civile congolaise a commencé.




_ _ _



_ _ _

Réaction de Michel Libert :

_ _ _

En réponse à votre demande, je peux me permettre, même avec le temps écoulé, d'évoquer et/ou corriger certains points.

L'historique du parcours de Faez El Ajjaz est correct en ce qui concerne les éléments que j'ai encore en mémoire ;

L'amitié qui liait le Prince Albert à Faez m'avait été confirmée et démontrée ;

L'argent qui était destiné à nos réseaux sur base des ventes des modules MODULMED ne nous est jamais parvenu et a certainement alimenté d'autres caisses... un peu plus personnelles ;

Dans cet article, le WNP est considéré plus que subjectivement comme organe terroriste ayant en ses carnets des projets d'attentats ?... Faux !... Comment pourrait-on encore aujourd'hui prétendre de telles fadaises. En effet, pour rappel, toute action envisagée et tout dossier d'information ouvert dépendaient d'un protocole dans lequel une autorisation d'autorités 'particulièrement' officielles était systématiquement requise. A contrario, que certains membres aient été, à l'insu de la hiérarchie, recrutés par quelque vase communiquant chapeauté par une ou des autorités officielles influentes naviguant en eaux troubles reste scénario imaginable ;

L'affaire des télex OTAN... Faux !... Aucune demande originelle n'a été engagée par Faez el Ajjaz mais par contre une couverture émanant de la hiérarchie américaine (NATO) faisant fi de toute tutelle nationale belge fut réelle. La publication 'autorisée' des documents était 'systématiquement' suivie d'une distribution à nos contacts de la Gendarmerie et de la Sûreté nationale pour info ;

L'affaire libyenne est correcte mais doit étre éclairée aussi par un second volet de l'opération 'suicide' envisagée. La liquidation du Colonel Kadhafi était également dans le pipe-line. Il était envisagé l'envoi de deux équipes de huit à douze personnes, la première pour l'infiltration des réseaux terroristes libyens tel que cela apparait dans l'article en référence et une seconde ayant deux objectifs. Le premier, remplacer la première équipe en cas de défaillance, le second étant une option sur la personne du Colonel Kadhafi.

TC

ML

[quote="minus"]

swansongunsung a écrit:

L’idée de la constitution d’un état fort n’existe que dans la tête de gens intellectuellement défaillants..."

Je me permets de faire remarquer qu'en Italie dans les années "60" le Prince Victorio Borghèse a tenté un coup d'Etat qui a fini en "Carnaval" mais il l'avait quand même mis en œuvre et exécuté ... et si ça a foiré , c'est prcq les "commandos" tiraient les pattes prcq ils n'avaient pas reçu la somme convenue ....