Ordre souverain et militaire du temple de jerusalem

Un lecteur bien informé pense qu'il serait nécessaire de s'intéresser à cette association :

http://osmtj.net/
http://www.osmth.org/

Il existerait un lien éventuel avec l'ordre du temple solaire de Luc Jouret.

Un lien avec les tbw ?

http://objectifsecurite.be/objectif-s-curit/ordre-souverain.html

Intéressant : certains noms cités dans le dossier sont proches de ces mouvements néo-templiers....

trouvé dans mes notes (en néerlandais, désolé) - + voir aussi le rapport Godbille:

De Ordo Supremus Militaris Templi Hierosolymitani (OSMTH) werd in 1945 gesticht door Antonio Campello Pinto de Sousa Fontes als voortzetting van de 'Ordre du Temple', gesticht in 1804 door Bernard-Raymond Fabré-Palaprat. Fernando Campello Pinto Pereira de Sousa Fontes (link met PIDE?) volgde zijn vader op als hoofd van de OSMTH na diens dood in 1960 en ging in 1970 over tot de oprichting van de 'Sovereign Military Order of the Temple of Jerusalem' (SMOTJ). Grootpriors waren (volgens het rapport Godbille) ondermeer de Gaullistische politicus Jacques Chaban-Delmas in Frankrijk (met kapitein Moreau de Ferraz van de SDECE als adjunct), Fred Sheuermann in Duitsland (ex-Abwehr en medewerker BND) en generaal De Bruyn in België. De SMOTJ was geïnfiltreerd door leden van de Service d'Action Civique (SAC), wat grootpriors had aangezet om Antoine Zdrojewski tot grootmeester te verkiezen. Deze dissidente tak splitste zich af van de beweging van de Sousa Fontes (die ook SMOTJ als naam behield). Zdrojewski stelde SAC-lid Charly Lascorz aan als rechterhand en installeerde het hoofdkwartier in de lokalen van ETEC (Etudes Techniques et Commerciales). In 1972 werd ETEC binnengevallen door de politie en in de pers afgeschilderd als een dekmantel voor de meest geheime SAC-operaties. Daarop werd in 1973 de franse tak van de SMOTJ op non-aktief gezet, hoewel de werking mogelijk werd verder gezet door SAC-lid Jacques Massié. Na 1973 recupereerde Alfred Zappelli, grootprior van de priorij in Genève (van de strekking de Sousa Fontes), een deel van de organisatie van Zdrojewski en installeerde een priorij in Frankrijk onder leiding van SAC-lid Georges Michelon. In 1981 werden Jacques Massié en zijn familie vermoord in Auriol, waarop Zappelli een communiqué uitbracht om te verklaren da Massié geen lid was zijn SMOTJ-strekking. In 1982 werd de SAC ontmanteld omwille van de Auriol-affaire. Er zou sprake zijn geweest van betrokkenheid van SMOTJ, SAC en de P2-loge bij wapenhandel, wat nooit bewezen kon worden. Wel werd Philip Guarino, leider van een priorij in de VS, in beeld gebracht als de Amerikaanse contactpersoon met de P2-loge. In Italië zou de SMOTJ met P2 in contact gestaan hebben via Pasquale Gugliotta (P2-lid), Pietro Muscolo (Genua) en Luigi Savano (Turijn). Volgens Renaud Marhic zouden bij Licio Gelli documenten gevonden zijn die aantoonden dat de Zwitserse SMOTJ onder controle van P2 stond. Verder werd een verband met de bij wapenhandel betrokken sekte Ecoovie gesuggereerd: in de Zwitserse tak zou Jo di Mambro lid geweest zijn (bron: prevensectes), terwijl in de Belgische tak Gustave Keteleer in 1985 aan het hoofd zou komen te staan zijn (bron: kleintje). Ook prins Bernhard zou aan de organisatie verbonden zijn geweest (?). In België was SMOTJ in symbiose met het PIO van Jean Bougerol. De Orde zou in verband staan met de 'Ordre de Saint-Jean Baptiste' ('Ordre de Saint-Jean') waartoe Guy Lambot en F. Van Vinckenroye behoorden, bekend van hun tussenkomst in het dossier van Mossad-pion Juan Borges. De Ordre de Saint-Jean was verder nog verbonden met een valse 'Ordre de Malte', in contact met de SAC, en zou aan de basis liggen van de couppoging door Tejero in 1981.

Et encore:

Ordre Souverain du Temple Solaire (OSTS): 1952-? Opgericht in 1952 in Frankrijk door Jacques Breyer en Maxime de Roquemaure in het kasteel van Arginy (Rhône). Deze laatste beweerde een afstammeling te zijn van de oorspronkelijke tempelorde die na de middeleeuwen zou hebben voortbestaan in Ethiopië. Naast esoterische en magische rituelen was er sprake van paramilitaire weekends (wat voor vele leden een reden was op hun lidmaatschap op te zeggen). Breyer verliet de orde in 1964. Een aantal initiële leden van de OSTS lagen aan de basis van de stichting van de "Opéra"-grootloge. Een belangrijk lid was Constantin Melnik, ex-hoofd van de SDECE en bedenker van de "Main Rouge", een false-flag terroristengroep tijdens de Algerijnse oorlog in de jaren '50. Melnik zelf ontkent en beweert dat de KGB hem wou descrediteren door hem in verband te proberen brengen met occulte tempeliersorden, hoewel hij meerdere malen gezien werd in de OSTS-hoofdkwartieren in Villié Morgon bij Lyon. Verder had Melnik nauwe banden met François de Grossouvre, de persoon die het Gladio-netwerk in Lyon zou hebben gecoördineerd en later "gezelfmoord" in zijn bureau op het Elysée werd teruggevonden. De OSTS legde de fundamenten voor de oprichting van de Ordre Renové du Temple (ORT) en had apocalyptische ideeën over de komst van een zonne-christus.

Ordre Rénové du Temple (ORT): 1968-1984: De ORT werd in 1968 opgericht door het extreem-rechtse AMORC-lid Julien Origas (1920-1983), die in 1945 veroordeeld geweest was als ex-gestapo. Hij werd hierbij ondersteund door AMORC-kopstuk Raymond Bernard. Bernard was de geheime grootmeester van de ORT van 10/1970 tot 10/1972 en werd na zijn terugtrekking hierin opgevolgd door Origas. Origas werd zowaar gekroond tot "koning van Jerusalem". Volgens Marie-Rose Baleron zou de ORT een dekmantel geweest zijn voor neo-nazi's. Ex-AMORC-lid Abgrall verklaarde in 2003 dat de ORT in verband stond met het Gladio-netwerk en dat de AMORC banden had met het Franse "Foccart-netwerk" in Afrika. Origas werkte samen met de Fondation Saint-Germain in Marseille onder leiding van "Angela" en onderhield banden met racistische neonazi's alsook met de SAC. Er was sprake van berichten die ontvangen werden van "Meesters" uit de Agartha-grootloge. Ook waren er nauwe contacten met Alfred Zappelli van de Zwitserse tak van de OSMTJ, en bepaalde leden van beide verenigingen zouden een geheime orde hebben opgesteld die onbekend was voor de andere leden. Uit de ORT zou in 1984 de Ordre du Temple Solaire (OTS) voortvloeien als zijtak, voornamelijk onder impuls van Origas en via Luc Jouret. Het tweetal zou elkaar hebben ontmoet in een restaurant in Genève. Jouret was tot de ORT-afdeling van Château d'Auty toegetreden die toen onder leiding stond van Origas. Jouret was van 08/1983 tot 1984 ORT-grootmeester, tot hij er botste op de vijandigheid van een aantal leden en opstapte. De vrouw van Baleron, Serge Hutin, lijkt vreemd genoeg behalve tot de AMORC ook de ORT te hebben behoord (mogelijk als infiltrant?). Op 30/04/1972 gaf Hutin in Rijsel een voordracht over de ORT, dewelke door de "commanderie du Nord" van de ORT werd aangekondigd als: "Conférence Templière donnée par notre frère Serge Hutin : les Chevaliers du Temple, autrefois et aujourd’hui : l’Ordre Rénové du Temple et le Monde Modern".

De zonnetempel (OTS): 1984-1997 In 1984 werd de Ordre international chevaleresque de tradition solaire (OICTS) opgericht in Genève door ORT-er en gediplomeerde in de geneeskunde (ULB, 1974) Luc Jouret (Congo, 1947-1994) en juwelier Joseph di Mambro (1924-1994). Jouret en di Mambro hadden elkaar in 1976 ontmoet. Di Mambro, een AMORC-lid (1956-1970) en grootmeester van de Debussy-loge in Lyon, had Jouret in contact gebracht met ORT-kopstuk Julien Origas. Beide oprichters zouden ex-leden zijn van het SDRA-8-werktuig PCE onder leiding van Jean Thiriart. Na zijn doctoraat aan de ULB nam Jouret als para deel aan de operaties in Kolwezi en bracht hij in 1977 wat tijd door in de Filipijnen. Hierop legde hij zich toe op homeopathie en alternatieve geneeskunde, ondermeer vanuit zijn verblijfplaats in Annemasse. Ook de Zwitserse componist Michel Tabachnik was bij de oprichting betrokken, en Jacques Breyer (OSTS) was uitdrukkelijk aanwezig in de Zwitserse beginjaren. Ex-AMORC-er Camille Pilet (1924-1994) was de OTS-schatbewaarder. Jacques Larochelle fungeerde als OTS-advocaat. In 1974 was di Mambro al veroordeeld geweest tot zes maand wegens oplichting, misbruik van vertrouwen en het uitschrijven van ongedekte cheques. De OICTS werd nadien herdoopt in de Ordre du Temple Solaire (OTS) en rond 1984 werd er beslist om een basis in Noord-Amerika op te richten. De OTS-sekte verkondigde dat de leden door zelfdoding en de daaropvolgende 'reis naar Sirius' de komst van een nieuwe wereld zouden afwachten. Deze wereld zal ontstaan op aarde na de wederkomst van Jezus Christus in zijn nieuwe rol als zonnegod, die de christelijke kerken en de islam zal verenigen. In maart 1993 werd Jouret gearresteerd, samen met Jean-Pierre Vinet en Hermann Delorme, voor wapenhandel in Montreal. Behalve van de OTS en de ORT zou Jouret ook lid geweest zijn van de loge Opéra en van de Milice de Jésus-christ, waar ook Jean Bougerol, Claude Dery, Claude Nancy, Bernard Mercier, Antoine Humblet en enkele rijkswachters lid waren. Uit de ondervragingen van Armand Van Ghyseghem, uitbater van twee esoterische boekhandels aan de Charleroise steenweg in Brussel, bleek dat Luc Jouret en Willy Vassaux (samen met Roger Facon de opvolger van Jean-Marie Parent) samen in het Belgisch leger zouden hebben gewerkt en op vraag van het PIO (Public Information Office), dat onder de leiding stond van majoor Jean Bougerol, in esoterische bewegingen zouden zijn geïnfiltreerd. Volgens de Franse onderzoeksjournalist zouden bepaalde OTS-leden banden hebben gehad met Charles Pasqua. Di Mambro beweerde een woordvoerder te zijn van de onzichtbare 'Meesters van Zurich', wat gepaard ging met vele reizen naar Zurich waarbij hoge geldsommen verdwenen richting banken en witwasoperaties. Di Mambro beziocht ook leden van de P2-loge en het Italiaanse Grote Oosten. Denis Guillaume zou in de sekte de gedoodverfde opvolger geweest zijn van Jouret, waarmee hij samen als paracommando in Corsica verbleef en in 1978 gesprongen had op Kolwezi. Guillaume verbleef ook in Duitsland als lid van de ESR (équipes spéciales de reconnaissance). In april 2000 werd Guillaume verdacht in de aanval op de Brink's Ziegler in Luxemburg waarbij 600 miljoen frank werd buitgemaakt.[3] Guillaume ontkende echter dat hij of Jouret lid waren geweest van de OTS en beweerde dat Jouret in 1986 en 1994 doodsbedreigingen zou hebben gekregen omwille van zijn politieke activiteiten.[4] Jouret pleegde zelfmoord in het Zwitserse dorp Salvan, hetgeen leidde tot massale zelfdoding van zijn sekteleden. In Montréal zouden 5 doden gevallen zijn (neergestoken en nadien verbrand) en in Zwitserland nog eens 48 in twee afgebrande chalets (na gedood te zijn door een kogel of curare). Officieel is er sprake van collectieve zelfmoord, hoewel de feiten er op wijzen dat de leden vooraf vermoord werden. Een spoor waarbij 93 miljoen dollars uit OTS-bankrekeningen naar Australië lijken te zijn overgebracht door di Mambro werd niet verder onderzocht tijdens het onderzoek naar de sekte (er is echter ook sprake van een mogelijke typefout, waarbij er slechts sprake zou zijn van 290,000 dollar). Ook werd geen onderzoek gevoerd naar een teruggevonden kopij van een brief van 21/04/1997, verzonden van een advocatenkantoor naar een bank, met betrekking tot de verdeling van 17 miljoen FF tussen de OTS, de AMORC, een aantal prominenten en politieke partijen. Deze brief betekent verder ook dat de OTS nog in zekere zin aktief zou zijn geweest na het laatste bloedbad van 22/03/1997 in Québec. In Canada had de OTS banden met de electriciteitsfirma Hydro-Québec, maar ook met de terroristengroep Q-37 die Canadese politici wenste uit de weg te ruimen en waar mogelijk Jouret aan de leiding van stond.

n'oublions pas que Michel Verdeyen parlait lui aussi de liens entre les TBW et Jouret/OTS ...

Puis tout le cirque de Pierre Plantard:

Ordre Alpha Galates: Vichy De 'Ordre Alpha Galates' (1937-1943) leek te hebben gediend als front voor een antisemitische, paneuropese, pro-Vichy beweging. De orde had als embleem een vlag met 'Etats-Unis d'Occident' gedragen door een ridder te paard, op weg van Bretannië (met vermelding '1937') naar Beieren (met vermelding '1946'). Ze werd als organisatie geofficialiseerd op 21/09/1942 en hield op te bestaan met de dood van leider Lecomte-Mocharville in 1943. Ze zou ondermeer de volgende leden hebben gehad: Camille Savoire, Robert Amadou, Jacques Brosse, Gabriel Trarieux d’Egmont, prof. Louis le Fur en Pierre Plantard. Savoire was een vrijmetselaar en oprichter van de 'Grand Prieuré des Gaulois' in 1935, en zou met Amadou ingestaan hebben voor het aansluiten van de Orde bij de Grand Loge du Rite Ecossais Rectifié. Plantard was uitgever van de nieuwsbrief van de orde, 'Vaincre' (09/1942-02/1943), wat deed denken aan een verzetsblad. Hij was tevens de bezieler van de kortstondige jeugdbewegingen 'Renovation Nationale Française' en de 'Groupement Catholique de la Jeunesse'. Op 16/12/1940, vier maand na de ontmanteling van de Groot Oosten-vrijmetselarij, schreef Plantard een brief aan Pétain om zijn diensten aan te bieden in de strijd tegen de 'vrijmetselarij en de Joodse samenzwering'. Op 21/04/1941 schreef hij aan de Parijse prefect van de politie dat de Renovation de onbezette lokalen op Place Malesherbes 22 in bezit van de Engelse jood Shapiro zou innemen. In 1943-1944 bracht Pierre Plantard vier maand door in de gevangenis van Fresnes na opgepakt te zijn geweest door de Gestapo, naar eigen zeggen omwille van zijn rol in het verzet. Een politierapport van 13/02/1945 wijt de arrestatie aan de problemen die de bezetter zou hebben gehad met het 'Gallische', niet-Arische karakter van de beweging. Na de Bevrijding probeerde Plantard om de ordre om te vormen tot verzetsbeweging.

Prieuré de Sion: operatie de Gaulle De 'Prieuré de Sion', opgericht op 25/06/1956 door Pierre Plantard, was gevestigd op diens thuisadres in Annemasse, en leek te hebben gediend als front voor een beweging die de Gaulle aan de macht wou helpen. Eerder, in 1947, had Plantard nog een poging gedaan om de 'Académie Latine' op te richten en was hij verhuisd naar Zwitserland. Hij was zich in 1951 komen vestigen in Annemasse, bij de Zwitserse grens en genoemd als Stay Behind-centrum, en zou er in 1952, volgens een anonieme bron uit de jaren '80, betrokken zijn geweest bij illegaal goudtransport (100 miljoen frank) naar de UBS in Zwitserland. Plantard zou dit later toeschrijven aan financieringsactiviteiten voor het de Gaulle-netwerk, wat doet denken aan de SAC. In 1953 werd Plantard trouwens veroordeeld tot zes maand voor misbruik van vertrouwen, maar het is niet duidelijk in welk dossier. Na het oprichten van de Prieuré was Plantard aktief in het publiceren van de nieuwsbrief van de organisatie, genaamd 'Circuit' (Chevalerie d'Institution et Règle Catholique et d'Union Indépendante Traditionaliste). Circuit richtte zich vooral op problemen rond huisvesting in Annemasse, het opzetten van een 'centre de retraitement' op de nabije montagne de Sion, en het bekritiseren van lokaal bestuur via haar nieuwsbrief. Andere leden van de Prieuré waren André Bonhomme (alias Stanis Bellas), Jean Deleaval en Armand Defago. In december 1956 werd Plantard (volgens onofficiële bronnen) veroordeeld tot twaalf maanden voor 'detournement de mineurs'. In Circuit van oktober 1956 stond vermeld dat de Prieuré samen met de kerk betrokken was bij het bustransport van jonge kinderen naar scholen, waarbij de adressen van de kinderen bij Plantard moesten worden doorgegeven. Nog zou Plantard een verhouding hebben gehad met 18-jarig meisje, waarop een klacht van haar ouders volgde. Daarop, in 1958, verhuisde Plantard terug naar Parijs waar hij zich concreter zou inzetten onder het pseudoniem 'Capitaine Way' voor de zaak de Gaulle, als onderdeel van een 'Comité de Salut Public' (CSP), geleid door maarschalk Alphonse Juin, Michel Debré en André Malraux (bron: ondermeer Anne-Lea Hisler, sinds 1951 de vrouw van Plantard). Ook Achille Fould, Paritsch, Maurice Du Par en dr. Paul Baron werden in dit verband genoemd. Hij werkte trouwens samen met Gaston/Achille (?) Fould, een Joodse bankier aan een 'Manifesto aux Français'. De CSPs vormden een geheel van terroristische cellen dat bij de machtsgreep in Algiers op 13 mei 1958 betrokken was, waarop de Gaulle opstond als redder des vaderlands, premier (1 juni) en vervolgens eerste president van de vijfde republiek (21 december). Op 18 mei 1958 zou Plantard het gerucht gelanceerd hebben dat een CSP in Parijs de controle zou overnemen. Volgens een editie van Le Monde in juni 1958 was Plantard, die genoemd werd als 'boekhouder van een Parijse firma', als 'Capitaine Way' de auteur geweest van een CSP-communiqué in 1958. 'WAY' was tevens het acronym van de 'World Assembly of Youth', een MI6- en CIA-gesponserde studentenbeweging met zetel in Parijs. Een tweede reeks van Circuit-uitgaven in 1959 has als subtitel 'Publication Périodique Culturelle de la Fédération des Forces Françaises'.

De mythe Rennes-le-Château De Prieuré de Sion werd, na de episode de Gaulle, door Plantard gebruikt om, in verscheidene fasen, een esoterische mythologie uit te bouwen. De Prieuré werd hierbij ingekleed als een oude, geheime organisatie. Plantard zou, naar eigen zeggen (in 1984), in 1943 toegtreden zijn via Abbé Francois Ducaud-Bourget van de Orde van Malta. De organisatie waakte over het geheim van Rennes-le-Château, waar de lokale priester van de St-Magdalenakerk, François Bérenger Saunière (1852-1917), en zijn meid Marie Dénarnaud, onbegrijpelijk rijk geworden waren. Later onderzoek zou stellen dat de priester zijn geld mogelijk verkregen had via donaties en door het 'verkopen' van missen. Saunière had allerlei renovaties in de kerk doorgevoerd en een domein gekocht om er ondermeer de Villa Bethania en de Tour Magdala te laten bouwen. Hij kwam in moeilijkheden met de kerk, waardoor hij na veroordeling het einde van zijn leven in armoede doorbracht. Dénarnaud maakte in 1946 het domein over aan Noël Corbu die er een restaurant begon. Volgens Karl Hammer-Kaatee zou Corbu in die tijd opgetrokken hebben met Tom R., een pion van CIA-kopstuk Donovan. Tom R. verdween echter begin jaren '50 door zijn eigen dood te ensceneren. Na de dood van Dénarnaud in 1953 erfde Corbu van haar ook nog de archieven van Saunière. In januari 1956 schreef Corbu, tijdens een interview aan een krant, de plotse rijkdom toe aan een deel van de schat van Blanche van Castile, dewelke Saunière op het spoor zou gekomen zijn aan de hand van perkamenten die hij ontdekt zou hebben in 1892 in het oude altaar van de kerk (twijfelachtig want ontdekt nadat de kerkverbouwingen waren ingezet). Het verhaal van Corbu werd nationaal bekend en trok vanaf 1958 allerlei schattenjagers aan, waaronder Robert Charroux die er over schreef in 'Les trésors du monde'. De publicatie van Charroux zou de aandacht van Pierre Plantard getrokken hebben, die veel tijd in Rennes-le-Câteau begon door te brengen, vaak in gezelschap van zijn vriend Philippe de Chérisey. Markies Philippe de Chérisey (1923-1985) was een Frans-Belgische surrealist, schrijver, acteur en radiohumorist. Hij zou een vriend geweeest zijn van Sean O'Driscoll (hoofd van de NATO in Parijs). Plantard verzamelde vanaf 1961 informatie over de zaak 'Rennes-le-Château' via gesprekken met Abbé Joseph Courtaly, een collega van Saunnière die overleed in 1964. Aan de hand van een aantal valse documenten ('Les dossiers secrets') die in de Bibliotheque Nationale van Parijs werden gedeponeerd door Plantard tussen 1964 en 1967 werd verklaard dat de Prieuré de legitimiteit bewaakt van een Merovingische dynastie afkomstig van Dagobert II. Er werd gesuggereerd dat de dynastie uitmonde bij Plantard zelf, als 'rechtmatige' pretendent van de Franse troon. Later (in 1990) zou Plantard verklaren dat de rechtmatige afstammeling van Sigebert IV Otto von Habsburg was, verwijzend naar een tekst van Jean Luc Chaumeil: 'quelques auteurs ont écrit que Sigisbert s'échappa, qu'il fut longtemps caché en Allemagne et que c'est de lui que sont sortis les Comtes de Habsbourg'. Dit leidt naar de Paneuropa-stroming, ook al omdat in een brief van 04/04/1989 Plantard zou refereren naar Victor Hugo die de constitutie van de Prieuré opgesteld zou hebben op 14/07/1870, de dag waarop hij 'de eik van de Verenigde Staten van Europa' plantte. Een andere 'voorvechter van de Verenigde Staten van Europe', Valéry Giscard d'Estaing, werd in een nieuwe reeks van 'Vaincre' uit de jaren '80 geluk toe gewenst. Er is, afgaand op de stijl, gesuggereerd geweest dat de 'dossier secrets' (deels) geschreven werden door een Duitstalige die ook Frans sprak. Ook werd er in de documenten verwezen naar de Zwitserse loge 'Association Suisse Alpina'. In 1967 werd de mystificatie voortgezet door het boek 'L'or de Rennes' van surrealist, ex-troskist en -verzetslid Gérard de Sède (-2004) dat gecodeerde perkamenten bevatte, die later (althans naar eigen zeggen) bleken gefabriceerd te zijn door de Chérisey. Het boek was gebaseerd op een eerder verworpen manuscript van Plantard, die reeds in 1961-1962 met de Sède had samengewerkt aan het boek 'Les Templiers sont parmi nous, ou, L'Enigme de Gisors', waarin de naam 'Prieuré de Sion' vermeld werd. In 1969 werd het verhaal van Rennes-le-Château opgepikt door Henry Licoln, die tussen 1972 en 1979 drie BBC-documentaires liet uitbrengen en in 1982 het boek 'Holy Blood, Holy Grail' schreef (samen met Michael Baigent en Richard Leigh). Door de interventie van Lincoln werd het hele verhaal gekoppeld aan een geheime bloedlijn afkomstig van het nageslacht van Jesus Christus en Maria Magdelana, wat Plantard zelf als nonsens afdeed. In de late jaren '80 schreef de Sède in 'Rennes-le-Château: le dossier, les impostures, les phantasmes, les hypothèses' dat Saunière in realiteit zijn rijkdom te danken zou hebben gehad aan de von Habsburg-familie, in ruil voor perkamenten met 'politico-genealogische geheimen' over het nageslacht van Louis XVII, waarbij Dagobert II zou staan voor Louis XVI, zijn zoon Sigebert IV voor Louis XVII en Plantard voor Charles-Guillaume Naundorff. De perkamenten bevatten een gecodeerde boodschap die gekraakt kon worden aan de hand van codetabellen (Vigenère Square en Knight’s Tour), wat de Sède zou vernomen hebben van een militaire code-expert (wat onwaarschijnlijk is gezien de moeilijkheid). BBC-journalist Henry Lincoln, die vijf jaar na publicatie het boek opgevist had, contacteerde de Sède en kraakte de code via het sleutelwoord, een inscriptie op de grafsteen van Marie de Nègre in het kerkhof van Rennes-le-Château. Dit leidde opnieuw tot een verband met de Merovingers (Dagobert II) en was aanleiding voor Lincoln om in 1982 een bestseller te schrijven over de tempeliers en het nageslacht van Jesus en Maria Magdalena, dat doorliep over de Merovingers tot hedendaagse aristocratische families. Later zou de Chérisey beweren dat hij de gecodeerde perkamenten zelf had gemaakt, wat onwaarschijnlijk lijkt gezien de complexiteit een code-expert doet vermoeden. Het lijkt erop dat de (valse) 'Dossiers secrets' net als het boek van de Sède deel waren van een breder plan en opgesteld werden door een groep mensen, waaronder een code-expert, die Plantard en de Sède geïnstrumentaliseerd hebben. Volgens Gino Sandri, uit de kring van Plantard, waren de perkamenten bedoeld om de aandacht te verleggen en andere documenten te beschermen (de Hautpoul-genealogie?). Mogelijk was het initiatief bedoeld voor de Zwitserse Alpina-loge?

Donc:

"templiers" + Paneurope (la mouvance de Otto von Habsburg) pour une Europe Unie anticommuniste et chrétienne > AESP, P2, SAC, OTS, PIO, Ecoovie, armes/drogues/maffia/IranContra/..., etc.

Finalement, tout ce qui pourrait bien se trouver quelque part au dessus du WNP, non?

dim a écrit:

n'oublions pas que Michel Verdeyen parlait lui aussi de liens entre les TBW et Jouret/OTS ...

Il cherchait peut-être à noyer le poisson...

lrnt a écrit:

dim a écrit:

n'oublions pas que Michel Verdeyen parlait lui aussi de liens entre les TBW et Jouret/OTS ...

Il cherchait peut-être à noyer le poisson...

Peut-être. Ou peut-être pas...

Il semblerait que le roi Albert II avait quelques contacts avec cette association :

http://www.osmth-mco.eu/.BE%20SITE/PDF%20BE%20SITE/Pers%20Kussnacht%20Orde1.pdf

La branche belge : https://data.be/fr/societe/Grand-Prieure-Autonome-Belge-De-Lordre-Souverain-Et-Militaire-Du-Temple-De-Jerusalem-ASBL-0415767338

Une sous branche : https://www.companyweb.be/societe/PRIEURE%20AUTONOME%20DE%20BRABANT%20ET%20DE%20FLANDRE%20DE%20LORDRE%20SOUVERAIN%20ET%20MILITAIRE%20DU%20TEMPLE%20DE%20JERUSALEM/ASBL/421543687