Nombre de messages : 8603 Date d'inscription : 15/02/2009
Sujet: Re: Geschier Jeu 17 Oct 2013 - 19:56
merde alors pag105 debonv
...
Citation :
section ixelloise du CEPIC , ou on retrouvait le même Jean Breydel et son ami d'enfance Michel Dufragne , un agent de la sureté qui a joué un grand rôle dans la déstabilisation de l'organisme
quel méduse !
pour moi ce tir sur WEIL en fuite est organisé pour donner plus de poids à WEIL et Defragne , non ?
HERVE
Nombre de messages : 21559 Date d'inscription : 08/12/2009
Sujet: Re: Geschier Lun 11 Aoû 2014 - 11:21
Nouvel Europe Magazine Septembre 1979
K
Nombre de messages : 8603 Date d'inscription : 15/02/2009
Sujet: Re: Geschier Ven 14 Nov 2014 - 15:05
.
Dernière édition par K le Mar 18 Nov 2014 - 7:18, édité 1 fois
K
Nombre de messages : 8603 Date d'inscription : 15/02/2009
Sujet: Re: Geschier Ven 14 Nov 2014 - 15:08
.
Dernière édition par K le Mar 18 Nov 2014 - 7:18, édité 1 fois
K
Nombre de messages : 8603 Date d'inscription : 15/02/2009
Sujet: Re: Geschier Ven 14 Nov 2014 - 15:10
.
Dernière édition par K le Mar 18 Nov 2014 - 7:17, édité 1 fois
K
Nombre de messages : 8603 Date d'inscription : 15/02/2009
Sujet: Re: Geschier Ven 14 Nov 2014 - 15:13
.
HERVE
Nombre de messages : 21559 Date d'inscription : 08/12/2009
Sujet: Re: Geschier Jeu 8 Mar 2018 - 13:11
(WDB)
11 tot 18.6.78: CEPIC-delegatie naar Zaire; financiering extreemrechts:
Bezoek Cepic-delegatie aan Zaire op uitnodiging van Moboetoe. Het gaat om 13 personen waaronder Benoit de Bonvoisin, Jean-Pierre Grafé, Daniël Noël de Burlin, Jean Breydel, Luc Beyer de Rycke als journalist, enz... Doel van de reis is de medewerking bestuderen van KMO aan het plan Moboetoe. De delegatie wordt ook een diner aangeboden op de Belgische ambassade in Kinshasa.
Korte tijd later gaan Francis Dossogne en een ander FJ-leider (Gilson?) op hun beurt naar Zaire. Er is nadien sprake van dat het Moboetoe-regime een bedrag van 6 miljoen Fr. betaald heeft aan de Belgische rechterzijde waarvan de helft aan de vlamingen en de helft aan de franstaligen. Het geld was ook bestemd voor sommige journalisten met het doel een gunstiger beeld van Zaire in de Belgische pers te bekomen. Het geld liep via de Bonvoisin en Geschier en diende, in de ogen van de Zairezen, verdeeld te worden tussen Cepic, FJ en VMO in ruil voor bepaalde prestaties. In dat verband moeten de aktie van het FJ tegen de ambassade van Angola in Brussel en de geforceerde uitwijzing van Nsele in Zaventem met Bougerol genoemd worden. De verdeling van dit geld zal nadien aanleiding geven tot een konflikt tussen de FJ-leiding en de Bonvoisin omdat het Front van het Zairese geld geen frank te zien kreeg. Het is niet uitgesloten dat ook het konflikt tussen de Bonvoisin en Seti hierin zijn oorsprong vindt.
_ _ _
In '76 reist Amand Geschier naar Beiroet met o.m. Luc Demets, patron van de Goezeput in Brugge. Ze hebben er kontakt met ex-president Camille Chamoun (WACL) wiens zoon, Dany Chamoun, in The Observer (London) op 18.1.81 werd omschreven als "one of the main arms suppliers on the christian side in the Libanon conflict". In '76 hebben Dany Chamoun, hoofd van de milities van de Parti national Libéral van Camille Chamoun, en Béchir Gemayel van de Falangisten alle christelijke milities gegroepeerd.
_ _ _
Bij zijn terugkeer zou Geschier achtereenvolgens de hulp hebben ingeroepen van baron de Bonvoisin, Jean Bougerol en Emile Lecerf om Weil over de Franse grens te smokkelen. Alle drie zouden ze geweigerd hebben.
Omdat hij bot ving zou Geschier 'Franse vrienden' hebben aangesproken, onder wie de schrijver Jean Marcilly, die er later vandoor ging met de vrouw van Le Pen en die bevriend is met Jo Attia. De Fransen zouden Weil op de Louisalaan in Brussel overnemen van Geschier, de Duitser één of twee weken in Parijs onderbrengen en hem dan via een achterpoortje op de luchthaven van Orly op een vliegtuig zetten.
Op 29.1.80 werd Weil in een wagen bij de afrit van de ring rond Brussel ter hoogte van Zaventem opgepakt. De wagen werd bestuurd door Herman Geschier. Er waren drie andere passagiers: de vrouw van Geschier, een Duitse vriend van hem en een Belg. Hij heette Felix De Ceulaerde en overleed in 1985. Hij was met Geschier lid van 'Jeune Europe' geweest, in 1964 geïnfiltreerd in de KP-afdeling in Borgerhout en daarna medestichter en schatbewaarder van de 'Stahlhelm'. Hij schreef ook in de NEM van Lecerf en zou een relatie hebben opgebouwd met majoor Jean Bougerol. De Ceulaerde was bestuurslid van het Sint-Maartensfonds, zoals Delombaerde, en zowat de privésekretaris in het kantoor van Herman Geschier in Antwerpen in '83. Hij werd de voornaamste informatiebron van WNP over Geschier. Alle vijf inzittenden van de auto werden op 29.1.80 door de staatsveiligheid ondervraagd.
HERVE
Nombre de messages : 21559 Date d'inscription : 08/12/2009
De Westland New Post: Pop-up van een veranderende samenleving ?
(...)
Geschier Herman : Geschier stond bekend als (wapen)handelaar en was een contact van Emile Lecerf (de hoofdredacteur van NEM), majoor Bougerol en baron de Bonvoisin. Hij heeft geholpen met het transport van neonazi Ekkehard Weil. Vanaf dan stond Geschier bekend als diegene die de neonazi aan de Veiligheid van de Staat heeft uitgeleverd. Geschier werd van dan af aan geschaduwd en de WNP maakte fiches over zijn persoon.
Er werd ook ingebroken door de WNP in zijn kantoor, maar hij had net alles verhuisd.
(...)
Eén van die leden van de CEPIC die banden zou gehad hebben met het FJ en de WNP is Bernard Mercier. Hij zou een rol hebben gehad in het transporteren van de neonazi Ekkehard Weil. Weil ontsnapte in 1979 uit de gevangenis in de BRD (Bundesrepublik Deutschland) met de bedoeling om in Frankrijk te geraken. Bij de overbrenging vanuit Antwerpen naar de zetel van de CEPIC in Brussel, werd hij opgepakt. Hij werd uitgeleverd aan Frankrijk, het land waar hij oorspronkelijk naartoe wou. Mercier ontkende alle betrokkenheid. Een andere beschuldigde, majoor Jean Bougerol, schoof de schuld in de schoenen van Herman Geschier. Later bleek dat Geschier samen met zijn vrouw, een Duitser en WNP’er Felix De Ceulaerde, Ekkehard Weil vervoerde. Het is de eerste keer dat Herman Geschier en Felix De Ceulaerde opdoken in het dossier. Beiden waren ex-leden van Jeune Europe en vertoefden in extreemrechtse kringen. De Ceulaerde was een ex-Oostfrontstrijder. Geschier stond bekend als (wapen)handelaar en was een contact van Emile Lecerf - de hoofdredacteur van NEM - majoor Bougerol en baron de Bonvoisin. Na de arrestatie van Weil, stond Geschier bekend als diegene die de neonazi aan de Veiligheid van de Staat heeft uitgeleverd.
Geschier werd van dan af aan geschaduwd en de WNP maakte fiches over zijn persoon. De info werd doorgespeeld naar Kausse, commissaris van de Veiligheid van de Staat. Ook werd er ingebroken bij hem door Felix De Ceulaerde en Michel Libert. Er werd geen buit gemaakt, omdat Geschier zijn kantoor net had verhuisd. Het verhaal gaat dat hij getipt werd. De Ceulaerde maakte deel uit van wat Hilde Geens de ‘Vlaamse tak van de WNP’ noemt. Andere leden waren Karl De Lombaerde (de ideoloog), Guido Delvaux en Fons Jacobs. Bij deze personen hebben nooit huiszoekingen plaatsgevonden, het toont nog maar eens na hoe onzorgvuldig de politiediensten te werk gingen. (202) (...)
202 H. GEENS, “WNP: De Vlaamse tak”, p. 7.
HERVE
Nombre de messages : 21559 Date d'inscription : 08/12/2009
BMW : la famille Quandt rattrapée par son passé nazi
Par Nathalie Versieux — 22 novembre 2007 à 01:37
La famille Quandt, l'une des plus puissantes familles d'industriels allemands, a finalement cédé à la pression. Les propriétaires de BMW vont ouvrir leurs archives afin de faire la lumière sur une sombre page de leur passé, l'implication des deux figures historiques du clan, Günter Quandt et son fils Herbert, dans les crimes nazis.
En Allemagne, les Quandt sont des figures presque sacrées du monde de l'industrie. Pour bien des Allemands, Herbert Quandt est avant tout celui qui a évité la faillite de BMW, en rachetant en 1959 l'entreprise que Daimler s'apprêtait à liquider. Pourtant, personne ou presque ne connaît les Quandt outre-Rhin. Richissimes (les héritiers sont à la tête de 26 milliards d'euros), modestes, ils brillent avant tout par leur extrême discrétion : aucune apparition publique, aucun scandale d'ordre privé, aucune interview depuis des décennies. Dans ce contexte, l'annonce de l'ouverture des archives familiales a fait l'effet d'une bombe.
Recherches minutieuses. Un documentaire de la chaîne de télévision publique allemande NDR, montré en avant-première au festival du cinéma de Hambourg fin septembre, et qui sera diffusé le 22 novembre sur la chaîne ARD, est à l'origine de ce retournement spectaculaire. Le film de Eric Friedler et Barbara Siebert, le Silence des Quandt, fruit de cinq années de recherches minutieuses, démontre la façon dont la famille, déjà richissime avant la guerre, a profité du nazisme puis du conflit pour s'enrichir davantage. Les auteurs s'étonnent entre autres que Günter, le père, et Herbert Quandt, le fils, aient pu traverser la brève phase de dénazification de l'Allemagne sans ombrage. «Si le tribunal de Nuremberg avait eu en main les documents réunis par les auteurs du film, Quandt aurait été condamné, tout comme Krupp ou Flick», assure Benjamin Ferencz, l'un des procureurs en chef des procès de la dénazification, face à la caméra.
Selon ce documentaire, les Quandt ont en effet les mains très sales. Membre du parti nazi, le NSDAP, dès 1933, Günter Quandt (1881-1954) utilise dès les années 30 les relations que lui assure le remariage de son ex-épouse Magda avec Goebbels, le chef de la propagande de Hitler.
Sans scrupule. Propriétaires de l'usine d'accumulateurs AG Afa (future Varta), les industriels sont devenus un rouage incontournable de la machine de guerre nazie. Les usines tournent à plein régime. Sous-marins et bombardiers sont tous équipés d'accumulateurs sortis du site de Hagen, près de Hanovre. Le personnel est fourni par les camps de concentration de Stocken et travaille sans protection. «Quarante camarades ont été déportés ici avec moi, se souvient Car-Adolf Soerensen, un ancien résistant danois aujourd'hui âgé de 82 ans. Six sont morts pendant les trois premiers mois. Au camp de Stocken, on meurt en six mois , disaient les SS aux nouveaux venus. Tout ça n'est jamais sorti de ma tête. J'en rêve toujours.» Les archives retrouvées par les auteurs du documentaire témoignent que Herbert Quandt, alors directeur du personnel du site, estime à 80 nouveaux prisonniers par mois ses besoins en personnel.
Günter Quandt utilise aussi sans scrupule ses relations pour se débarrasser de ses concurrents. Les entreprises de Juifs sont «aryanisées» et les non-Juifs contraints de céder leurs actions à Quandt. Ceux qui résistent, comme l'industriel luxembourgeois Laval, sont arrêtés. A la fin de la guerre, Günter Quandt figure sur la liste «M» (pour Mitläufer, ou sympathisant), moins compromettante, dressée par les Alliés. A la différence d'autres grands patrons du IIIe Reich, tels que Flick ou Krupp, Quandt ne sera pas inquiété par la justice alliée. Les documents, pourtant accablants, qui se trouvent en possession des Britanniques ne sont jamais parvenus aux juges de Nuremberg. Les Britanniques, estiment les auteurs du film, ont à leur tour besoin des usines de Günter Quandt : grâce aux soutiens dont il disposait à Berlin, l'industriel avait pu maintenir ses sites en état de marche, malgré les bombardements alliés. Au début des années 50, la dénazification n'est plus prioritaire aux yeux des Alliés, dans un contexte de guerre froide naissante.
Les Quandt sont les derniers grands industriels allemands à ne pas avoir encore fait toute la lumière sur leur passé. «Les reproches formulés contre notre famille nous ont émus», ont indiqué les héritiers pour justifier leur décision d'ouvrir les archives de la famille suite au vif débat provoqué par le documentaire. Leurs détracteurs font valoir eux que les Quandt n'avaient guère le choix s'ils ne veulent pas porter ombrage à l'envol de BMW aux Etats-Unis.
_ _ _
https://www.dailymotion.com/video/x4j5lz0
Le silence des Quandt
Ce documentaire de Eric Friedler et Barbara Siebert, "le Silence des Quandt" (2007), fruit de cinq années de recherches minutieuses, démontre la façon dont la famille Quandt a profité du nazisme puis du conflit pour s'enrichir davantage...
_ _ _
https://fr.wikipedia.org/wiki/Famille_Quandt
La famille Quandt est une famille contemporaine d'industriels allemands.
Günther Quandt (1881-1954) a racheté l'usine Varta après la Première Guerre mondiale. Il eut un fils, Harald, de sa femme Magda, ancienne amie de Haïm Arlozoroff, qui épousa par la suite Joseph Goebbels.
Ses fils Herbert Quandt (en) (1910-1982) et Harald Quandt (1921-1967) reprennent en main la société BMW à la mort de leur père en 1954.
Stefan Quandt (en) et Susanne Klatten, enfants de Herbert, et Johanna Quandt sa troisième femme et ex-secrétaire, font partie de la liste des milliardaires du monde en 2006.
En novembre 2007, la Norddeutsche Rundfunk a présenté le film Das Schweigen der Quandts (Le Silence des Quandt). Le film montre des centaines de prisonniers devenus incapables de travailler après avoir servi dans l'usine d'accumulateurs des Quandt à Hanovre-Stöcken (ex Varta) et logés dans une succursale du camp de Neuengamme. Ils furent déportés à Gardelegen et y furent assassinés dans la grange d'Isenschnibbe.
HERVE
Nombre de messages : 21559 Date d'inscription : 08/12/2009
Ik heb geen beroep. Ik werk voor mezelf. Ik koop en verkoop alles en dit overal op de wereld. Met alles bedoel ik dan ook alles. Zaken waar ik niets van af weet, zoals computers, verzekeringen, gesofistikeerde machinerie, transport en dergelijke liggen niet in mijn belangensfeer of in mijn kunde. Wat wel in mijn belangensfeer ligt zijn bijvoorbeeld landbouwmachines, wapens, investeringsprojecten enzomeer. Ik bezit geen kapitaal. Ikzelf ben mijn kapitaal, dit wil zeggen mijn leeftijd en mijn gezondheid.”
(...)
Thiriart staat in contact met het beruchte Aginter Press in Portugal, zogenaamd een onschuldig persagentschap, maar in feite een terroristische mantelorganisatie van de Portugese geheime dienst PIDE. Opgericht door OAS-officieren en voormalige topnazi’s als Otto Skorzeny groeit Aginter Press uit tot een internationale draaischijf van extreemrechtse terroristen. MAC/Jeune Europe is ook een ideologische kweekschool voor tientallen militanten, van wie er een aantal in de daarop volgende decennia een (leidende) rol zullen spelen in allerlei andere extreemrechtse formaties.
Accueil 
